Het warme weer van vandaag wordt vanaf laat vanmiddag en vanavond door potentieel zwaar onweer afgesloten. Het is een situatie die het in zich heeft om nog lang herinnerd te worden. Waarop moet je letten? En hoe zie je dat het zwaar wordt?
Iedereen kent dat gevoel van opwinding wel als er onweer in de lucht zit. Er gebeurt van alles. Eerst wordt het benauwd warm. Dan nemen mensen die erop letten de onweersbeestjes waar. In de lucht boven zie je onrustige wolkjes verschijnen. Veel mensen roepen dan: ‘er zit onweer in de lucht’. Maar dan moet het allemaal nog gebeuren en duurt het vaak nog uren.
In Nederland onweert het vaak
Nederland ligt op een plaats in Europa waar het best vaak onweert. Op de onrustigste plekken in ons land (een strook van de westelijke helft van Brabant omhoog naar Utrecht) onweert het gemiddeld op meer dan 30 dagen per jaar. Op andere plaatsen is het wat minder, maar de verschillen met dé onweerszone in Nederland zijn geen eens zo heel groot.
Onweer kan het hele jaar door voorkomen, maar de spectaculairste buien zijn toch voor het zomerhalfjaar weggelegd. Het beste gaat het na een warme, benauwde dag, als koelere lucht binnenstroomt en het tegelijkertijd in de lucht hoog boven Nederland hard waait.
Botsing tussen luchtsoorten
Onweersbuien ontstaan op de plek waar de koele lucht op de warme lucht botst die verdrongen wordt. De koele lucht is relatief zwaar en breidt zich langs het aardoppervlak vrij makkelijk uit. Daar waar de koele en de vochtig warme lucht op elkaar botsen, wordt de warme lucht naar boven gedreven. Als de atmosfeer onstabiel is en die warme lucht onbelemmerd kan stijgen, ontstaan enorme stapelwolken. Ze worden snel groot genoeg om neerslag te produceren.
Grote buienwolken kunnen in Nederland tot een hoogte van tussen 10 en 14 kilometer groeien. Bovenin die wolken is het ijskoud, onderin nog behoorlijk warm. In de wolk komen hevige bewegingen van de lucht voor, omhoog en omlaag. Het is er zeer turbulent. Alle mogelijke vormen van neerslag ontstaan Hoe heviger stijgbewegingen in de wolk zijn (aan de voorzijde waar de warme lucht zit), hoe groter ook de hagelstenen die zich kunnen vormen. Verder staat de turbulentie in de wolk aan de basis van het ontstaan van bliksem en donder.
De rolwolk
Op de plek waar de neerslag met grote kracht richting aardoppervlak gaat (vaak aan de achterzijde van de bui) wordt veel koude lucht meegenomen. Die slaat op het aardoppervlak en wordt onder de bui door naar voren getransporteerd. Ergens net voor de bui ontmoeten de warme luchtstroom, die de bui in omhoog gaat, en de koude, die vanuit de bui omlaag komt, elkaar. Dat is de plek waar vaak een spectaculaire wolkenformatie ontstaat, die de wolkenkraag, rolwolk of ‘shelfcloud’ (plankwolk of arcus) van de buienwolk wordt genoemd.
Als een onweersbui eraan komt, zie je vaak het volgende. Na de onrustige kanteelwolken boven je en de onweersbeestjes, trekt het eerst hoog in de lucht geleidelijk dicht. Het blijft nog warm. Bij een echt zware bui steekt er een wind op in de richting van waar de wolken vandaan komen. Het lijkt dan alsof de naderende bui tegen de wind in trekt. Vervolgens komen op lagere niveaus ook wolken binnen en zie je het op de plek waar de bui vandaan komt donker worden.
Bijzondere kleurencombinaties
Zit er een rolwolk aan de bui, dan komt die ineens met een grote vaart vanaf de horizon op je af. Dat ziet er vaak spectaculair en angstaanjagend uit. Eigenlijk weet je dan al dat je met een serieuze bui te maken hebt. Bij de rolwolk in de buurt kunnen zich bijzondere kleurencombinaties voordoen, zeker als de bui die erachter zit maar smal is. De zon probeert dan alweer door de wolken heen te schijnen, maar slaagt daar nog niet echt in door de vele neerslag die in de lucht hangt en eerst nog moet vallen. Kleuren die je dan in de wolken kunt zien zijn blauw, groen, oranje of zelfs geel. De bui lijkt dan over te waaien, maar de neerslag die zich vaak aan de achterzijde van de wolk bevindt, gaat eerst echt toch nog vallen.
Zodra de rolwolk boven je hoofd aankomt, is de koude luchtstroom vanuit de bui dichtbij. Eerst valt de warme wind, die tot dan toe de bui in waaide weg. Daarna is het even stil. De warme wind is voorbij, de koude moet nog komen. Het is donker, je ziet het bliksemen en je hoort de donder. Dieren in de buurt zijn vaak onrustig, maar er is even geen wind. Dit is de spreekwoordelijke ‘stilte voor de storm’. Het is een bijzonder moment om bewust mee te maken.
Daarna breekt de bui los
Daarna gaat het los. Komen er windstoten die meteen een vracht aan regen en hagel met zich meebrengen. Dit duurt van een paar minuten tot een half uur. Niet alleen voor de buien uit, maar ook midden in de bui kan het soms tot zware windstoten komen. Die wind midden in de bui wordt ook wel de valwind of in het Engels ‘microburst’ genoemd. Hij is er lang niet altijd, maar als hij er is, kan het even flink tekeer gaan. Dan kan schade worden aangericht, waait de regen in dichte gordijnen over het land en lijkt het soms wel alsof een tornado overkomt.
Zodra het voorbij is, breekt aan de achterzijde van de bui (als het nog licht is) de zon weer door. Het loont dan de moeite om nog eens naar het wegtrekkende onweer te kijken. Niet alleen kun je het in de wolk dan zien bliksemen, ook zijn aan de wolkentop soms mammatuswolken te zien: buidelvormige wolken die onder het aambeeld van de wolk hangen. Vaak mooi aangeschenen door de zon. Het is het einde van een weerspektakel dat meestal een soort opluchting brengt. Met koele lucht en een schoon geregende lucht, zo zeggen mensen het dan. Feitelijk zit je in de nieuwe luchtsoort die achter het gepasseerde front is binnengestroomd.
Verder lezen:
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller