In een veranderend klimaat nemen de weerextremen toe. Aan de warme kant van het spectrum denken we daarbij aan langdurige perioden met veel zon, soms extreem hoge temperaturen en nauwelijks regen. Een stille bedreiging, die minder bekend maar minstens zo ingrijpend is, is verdamping.
Tot nu toe is er nog maar weinig onderzoek naar de gevolgen van verdamping gedaan, maar in Spanje beginnen ze ermee. En dat is niet zomaar. Delen van het land worden nu al enkele jaren door een verzengende droogte getroffen en in sommige gebieden kwam de levering van drinkwater er het afgelopen jaar zelfs helemaal stil te liggen. Onmiddellijk werd daarbij naar het watersysteem gewezen. Want als het niet regent en de kraan blijft gewoon open, dan daalt het niveau in de stuwmeren. Neerslaggebrek blijkt echter niet de enige oorzaak te zijn achter het waterverlies. Er is nog een ander proces dat heel veel water kost. En dan hebben we het over verdamping.
Van vloeibaar naar gas
Verdamping treedt op als het water van zijn vloeibare vorm in de gasvorm overgaat. De watermoleculen komen dan in een losser verband tot elkaar te staan. Om dit mogelijk te maken, is energie nodig, in dit geval warmte. Hoe warmer water is, hoe harder het dan ook zal verdampen. We kennen dit allemaal wel. Als je onder de douche staat of in een warm bad zit, zie je het gebeuren. Water verdampt, maar condenseert ook meteen weer en vliegt dan door de badkamer als een soort wolk. Zet je de buitendeur van een drukke en hete zaal open en laat je vrieslucht binnen, dan gebeurt hetzelfde. De in de lucht aanwezige waterdamp (en dat is veel in een drukke zaal) condenseert. Van buiten zie je dan als het ware met de koude lucht ook wolken gecondenseerde waterdamp binnenkomen. Het is net alsof je de deur van een vriescel openzet.
Hoe warmer water is, hoe meer er dus verdampt. Maar hoeveel is dat nou precies? Daar waren waterbeheerders in het zuiden van Spanje ook benieuwd naar. Dus startten ze een onderzoek. Het bleek ingewikkelde materie. Als er regen was gevallen, leek meer water te verdampen. Waarschijnlijk doordat er ook waterdamp uit de natte bodem omhoog kwam. Daar waar het hard waaide, verdampte ook meer. Er stond tegenover dat uit een stuwmeer met een relatief geringe oppervlakte minder water verdampte dan uit een meer met een grotere oppervlakte. De grootste schok was echter toch wel de hoeveelheid water die op een dag uit een stuwmeer kon verdwijnen.
Een centimeter per dag
In sommige meren bleek het water als gevolg van verdamping een centimeter per dag te zakken. Dat klinkt bizar, maar klopt toch wel. Ook in Nederland wordt door het KNMI een referentieverdamping bijgehouden, onder meer om tijdens de zomermaanden het neerslagtekort te bepalen. Op warme en zonnige dagen met een stevige wind kan die ook in Nederland wel tot 7 millimeter, of 0,7 centimeter oplopen. Gechargeerd zou je dan kunnen stellen dat eventuele stuwmeren, zonder aanvoer van water uit andere gebieden, op zo’n dag 0,7 centimeter zouden dalen. In Spanje is de zon veel sterker dan bij ons en de temperatuur vaak veel hoger. Ook kan het er op een zomerdag flink waaien. Dan haal je makkelijk een verdamping van 10 millimeter, ofwel een centimeter.
30 miljard liter
Zet je dit nu om in liters water, dan zijn er (grote) stuwmeren in het zuiden van Spanje die op een gemiddelde dag zo’n 300 miljoen liter water zien verdampen. In totaal gaat het in de provincie Malaga in een jaar zelfs om 30 miljard liter. Genoeg om een stad als Malaga met 450.000 inwoners 6 maanden van te laten drinken. Omdat het om zulke immense hoeveelheden water blijkt te gaan, zijn experts nu op zoek naar middelen om die verdamping tegen te gaan. Er wordt al geëxperimenteerd met het gebruik van bepaalde chemicaliën. Ook wordt nagedacht over het gedeeltelijk afdekken van meren, bijvoorbeeld met zonnepanelen. De zo opgewekte energie kan dan weer voor andere doeleinden worden gebruikt, zoals het laten draaien van een ontziltingsinstallatie.