De winter van 1979: een koude start met een episch vervolg
Reinout van den BornDe winter van 1979 kwam ogenschijnlijk uit het niets, maar hield vervolgens bijna tweeënhalve maand aan. Achteraf gezien waren de signalen in de voorafgaande herfst al zichtbaar, maar op het moment zelf had niemand kunnen bevroeden wat ons te wachten stond.
De weerverteller is deze week op wintersport. Daarom publiceren we twee series over twee van de bijzonderste winters van de vorige eeuw: de winters van 1979 en 1963. Dit is deel 2 van de serie over de winter van 1979.
Dit was een winter die begon met schermutselingen tussen kou en zachtheid, maar uiteindelijk in volle kracht toesloeg.
De herfst: een voorbode van wat komen zou
De herfst van 1978 gaf al een glimp van het patroon dat de winter zou domineren. Oktober begon nog vriendelijk met prachtig nazomerweer tussen de 7e en 13e, maar daarna namen de eerste gevechten tussen koude lucht uit het noorden en zachtere lucht uit het zuiden hun aanvang.
November zette dat gevecht voort. Van 13 tot 24 november bracht een zuidelijke wind zachte lucht met temperaturen tussen 10 en 15 graden. Maar aan het einde van de maand sloeg het weer om. Sneeuw viel op vijf dagen en de eerste ijsdagen van het seizoen dienden zich aan.
Eerste winterse periode duurde tot begin december
Die eerste winterse periode duurde tot begin december. De dooiaanval van 8 en 9 december bracht echter chaos: ijzel zorgde ervoor dat honderden automobilisten de nacht in hun voertuigen moesten doorbrengen.
Hoewel de dooi doorzette, bleef de vorstgrens in het noorden van Scandinavië nooit ver weg. Vanaf 16 december kwam de kou alweer terug. Nachten met matige vorst werden opgevolgd door dagen waarop het kwik niet boven nul kwam. Toch bleef het grotendeels sneeuwloos, op het noordoosten na.
De grote overgang: eind december
Het echte verhaal van de winter van 1979 begon op donderdag 28 december, althans voor mij. Die dag werd ik opgenomen in het ziekenhuis. Op de weerkaarten zagen we toen al een spectaculair contrast: boven Groenland en IJsland heerste hoge luchtdruk, terwijl ijskoude lucht vanuit Scandinavië naar het zuiden stroomde. Maar Nederland zat nog op de grens.
Die donderdag waaide in het noorden een oostenwind en bleef heter koel met 4 tot 6 graden. In de rest van het land voerde een zuidwestenwind zachtere lucht aan met temperaturen tot wel 13 graden. Ik herinner me dat het die dag niet koud was, dat de zon af en toe scheen en dat het droog bleef.
In de nacht van 29 december begon de verandering. Een lagedrukgebied trok vanuit het Kanaal naar het noordoosten en bracht regen en wind. Terwijl ik in het ziekenhuis lag, hoorde ik de regen tegen de ramen slaan. De echte kou drong langzaam vanuit het noorden op en begon Nederland stukje bij beetje te veroveren.
De kou komt binnen: 30 december
Mijn ouders bezochten me op vrijdag de 29e en vertelden over de grote weersverschillen in het land. In het noorden sneeuwde het al en vroor het, terwijl het bij ons nog zacht en regenachtig was. De nacht naar 30 december bracht een tweede lagedrukgebied over het zuiden. Daarachter draaide de wind naar het noordoosten, en de kou kreeg nu echt grip op Nederland.
Die ochtend hoorde ik van de verschillen: in het noorden vroor het al 7 graden en sneeuwde het met een harde noordoostenwind. Tegelijkertijd was het in Zuid-Limburg nog 8 graden boven nul. Tegen middernacht bereikte de kou ook het midden van het land, maar de eerste kou bevond zich nog in een dunne laag, wat zorgde voor ijzel voordat de sneeuw arriveerde.
Een wit landschap en de eerste ijzel
De ochtend van 30 december mocht ik naar huis. Mijn ouders haalden me op, terwijl het in het noorden al 9 graden vroor en Limburg nog net boven nul zat. De kou trok steeds verder zuidwaarts. Buiten was alles wit geworden.
We reden via de heide bij Speuld naar Garderen. Onderweg zagen we een auto op zijn kop in de berm liggen. "Door de ijzel," zei mijn vader. Het was de eerste keer dat ik het woord ijzel hoorde. Het landschap was inmiddels bedekt met een dikke laag sneeuw en het vroor stevig. Mijn hoofd bonkte nog van de pijn, maar ik voelde ook opwinding: de winter van 1979 was nu echt begonnen.
Een winter die blijft hangen
Wat volgden waren weken die steeds kouder werden, vol sneeuw, ijs en ijzel. Nederland belandde in een winterse greep die zijn weerga niet kende. De noordelijke helft van het land werd wekenlang bedolven onder sneeuwduinen en bevroor bijna letterlijk, terwijl het zuiden nog af en toe wat van de zachtere lucht meekreeg.
Voor mij persoonlijk was die terugrit van het ziekenhuis het begin van een winter vol avontuur. Tweeënhalve maand sneeuwpret, kou en saamhorigheid stonden voor de deur. Een winter die nooit vergeten zou worden.
Kerst 1978: een ongelukkige ponyrit als inleiding op monumentale winter