De kou bleef maar komen: februari 1963, het slotakkoord van een ijskoude winter

Foto boven: Auto's toeren over het IJsselmeer. Het ijs is er meer dan dik genoeg voor - still uit video

Het is februari 1963. Nederland zit al wekenlang vast in de greep van de winter, en die lijkt voorlopig niet van plan om ons los te laten.

Advertentie

De weerverteller is deze week op wintersport. Daarom publiceren we twee series over twee van de bijzonderste winters van de vorige eeuw: de winters van 1979 en 1963. Dit is deel 5 van de serie over de winter van 1963.

Waarschijnlijk door een plotselinge opwarming van de stratosfeer boven het poolgebied krijgt de winter er nog een maand bij. De kou verslapt amper en het ijs groeit maar door. Op het IJsselmeer bereikt het zelfs een dikte van tientallen centimeters – stevig genoeg om auto’s te dragen.

Auto's toeren over het IJsselmeer. Het ijs is er meer dan dik genoeg voor - still uit video
Auto's toeren over het IJsselmeer. Het ijs is er meer dan dik genoeg voor - still uit video

Al zes weken winter: kou is het nieuwe normaal

Als februari begint, lijkt iedereen eraan gewend: sneeuw op de wegen, gladheid door ijzel of aangereden sneeuw, en het dagelijkse leven dat steeds meer vertraging oploopt door het barre winterweer. Treinen rijden minder vaak, voorraden raken soms op, maar niemand klaagt. Mensen helpen elkaar en worden creatiever dan ooit.

Binnen is het niet veel beter. Je wordt wakker met ijsbloemen op de ramen en rijp op de dekens – als je pech hebt. Het opstaan is een uitdaging. Pas als de kolenkachel goed op gang is, wordt het in de woonkamer een beetje behaaglijk. Moet je naar buiten? Dan trek je zoveel mogelijk laagjes aan. Bij het schaatsen gebruiken velen kranten onder hun kleding als extra bescherming tegen de snijdende noordoostenwind.

De winter haalt opnieuw uit

Vanaf het begin van februari brengt een nieuwe golf van arctische lucht opnieuw kou vanuit het noordoosten. Zelfs op 1500 meter hoogte vriest het harder dan 15 graden, waardoor er af en toe wat lichte sneeuw valt. De zon laat zich ook nu en dan zien, maar heeft begin februari nog te weinig kracht om echt het verschil te maken.

De nachten blijven ijskoud, met temperaturen die op veel plekken tussen de -10 en -15 graden liggen. Overdag is het iets milder, maar blijft het vriezen. Het Hellmann-koudegetal tikt in De Bilt al de 260 punten aan. Ter vergelijking: de strenge winter van 2010 kwam niet verder dan 94,7 punten.

Een korte aanval op de kou

Rond 7 februari probeert zachtere lucht vanaf de oceaan terrein te winnen. Voor het eerst sinds lange tijd stijgt de temperatuur op sommige plekken tot boven nul. Limburg haalt zelfs even 7 graden. Maar de winter laat zich niet zomaar verdringen. Hogedruk boven Scandinavië duwt het lagedrukgebied weg naar Frankrijk, en al snel keert de noordoostelijke wind terug. De kou komt langzaam maar zeker weer terug in heel Nederland.

Uitzicht op een bevroren Noordzee - Olav ten Broek
Uitzicht op een bevroren Noordzee - Olav ten Broek

Sneeuw en ijzige wind: de winter geeft niet op

Op 11 en 12 februari dwarrelt opnieuw sneeuw naar beneden, vooral in het zuiden. De sneeuwlaag groeit verder aan en de kou houdt stand. Pogingen van nieuwe lagedrukgebieden om zachtere lucht naar Nederland te sturen, stranden keer op keer. De straalstroom blijft te zuidelijk, waardoor de vorst stevig in het zadel zit.

Met de auto het IJsselmeer op

Halverwege februari bereikt het ijs op het IJsselmeer een historische dikte. Het is sterk genoeg voor een toertocht met auto’s! Op 19 februari vindt de eerste tocht plaats, met 912 deelnemende voertuigen. Een oliemaatschappij zet zelfs een benzinepomp op het ijs, en de ANWB zorgt voor wegwijzers op de witte vlakte.

Het is een groot succes. Extra tochten volgen op 24 februari en 3 maart. In totaal rijden bijna 6000 auto’s over het IJsselmeer, langs plekken zoals Workum, Hindeloopen en Medemblik.

Buiten de officiële tochten ontstaan spontaan wegen op het ijs. Zonder rijbewijs mag je daar ook rijden, wat voor bijzondere taferelen zorgt. Maar eenvoudig is het niet. Mist en sneeuw maken navigeren op de eindeloze witte vlakte lastig.

De winter neemt afscheid met strenge vorst

In de laatste week van februari brengt hogedruk boven Europa eindelijk rust. De zon breekt vaker door, en in de nachten vriest het zeer streng, met temperaturen tussen de -15 en -20 graden. Overdag klimt het kwik voorzichtig richting het vriespunt, maar de droge lucht voorkomt dooi.

Naarmate maart dichterbij komt, worden de verschillen tussen nacht en dag groter. Op 3 maart, tijdens de laatste IJsselmeer-toertocht, is de temperatuur ’s nachts nog -15,6 graden in Eelde, maar stijgt diezelfde dag naar +8,7 graden. De zon wint terrein, en de winter lijkt op te geven.

Het einde van een legendarische winter

Begin maart wordt de bovenlucht warmer en lost de kou aan de grond steeds sneller op. Op 5 maart trekt het hogedrukgebied naar het oosten en komt een einde aan de strengste winter van de 20e eeuw. Nederland heeft 70 dagen onder een sneeuwdek gelegen en het smelten van al dat ijs zal nog weken duren.

Met een Hellmann-koudegetal van 337,2 punten eindigt de winter van 1963 op de tweede plaats, achter 1947. Maar in beleving blijft deze winter uniek – een ijzig hoofdstuk dat nooit vergeten zal worden.