Evaluatie winterverwachting 2025: de patronen klopten
Reinout van den BornNog even, dan zit de winter van 2025 erop. Nu de getallen vrijwel bekend zijn, kunnen we de in november 2024 gemaakte winterverwachting alvast evalueren.
Dit is wat we toen op Weerverteller.nl over de naderende winter schreven en tijdens de Wintermeeting bij het KNMI op zaterdag 23 presenteerden:

Zachte winter met weinig winterweer
‘Al met al gaan we er bij Weerverteller.nl vanuit dat de kans op een zachte winter vooralsnog groot is (80 procent), waarbij de winter niet noodzakelijkerwijs zo zacht hoeft uit te vallen als de voorgaande winters (of die van 2014). Zeker aan het begin en ook in februari lijken er wel degelijk kansen te zijn op wat meer winterse perioden. Maar dan moet de poolwervel in de tweede helft van de winter wel een beetje meewerken. En dat weten we nu nog niet.
Verder lijkt de neerslag ongeveer normaal tot wellicht iets boven normaal te zijn, maar door de hogedrukinvloeden niet zo extreem als in de voorgaande winter. En als hogedrukgebieden erin slagen om hun invloed bij ons uit te oefenen, valt het met de stormen wellicht ook mee.’
Belangrijke factoren
Als belangrijke factoren tijdens de winter werden toen het opkomen van een La Niña, langs de evenaar op de Grote Oceaan in het gebieden tussen Zuid-Amerika aan de ene en Indonesië en Australië aan de andere kant, het domineren van opnieuw een hogedrukgebied bij Alaska en de Aleoeten en het dominant zijn van de fases 4 t/m 7 in de MJO-cyclus gezien.
Een gevolg van dit alles zou een schommelende NOA-index moeten zijn, met langere positieve fasen in januari en deels ook nog februari, een vrij grote invloed van hogedrukgebieden boven (het zuiden van) Europa, maar fasen waarin het feitelijke weer zich van de patronen op de achtergrond weinig zou aantrekken en zijn eigen gang zou gaan.
Hogedrukgebieden waren dominant
De La Niña (in de huidige, warme context zeer sterk, sterker dan je zou denken) en de hogedruk bij Alaska zijn er gekomen. Noord-Amerika heeft aan de oostflank van dat hogedrukgebied diverse uitbraken van kou meegemaakt. Ook in Europa waren hogedrukgebieden gedurende de afgelopen winter vaak dominant.
De eerste helft van de winter lagen ze vooral op de Oceaan, met lagedrukgebieden aan de noordzijde ervan. Bij ons had de lagedruk veel invloed. Vooral december verliep daardoor erg zacht, somber en met ongeveer de normale hoeveelheid neerslag.
In december geen winterweer
Het in de winterverwachting voorziene vroege winterweer hadden we in november al gehad. In december kwam er niets bij. De temperatuur kwam die maand in De Bilt op 6,1 graden uit.
In januari brak eerst opnieuw een noordelijke stroming door met winterse buien. In de ochtend van 5 januari viel in het midden en zuiden enkele centimeters sneeuw, op 8 en 9 januari in het zuidoosten nog eens 2 tot 5 centimeter, in de Limburgse heuvels veel meer.

Het hogedrukgebied over ons heen
Daarna kwam het hogedrukgebied vanuit het westen over ons heen en begon de tweede helft van de winter. Die werd gekenmerkt door hogedrukgebieden boven Europa en de lagedrukgebieden op de Oceaan. Het sombere weer hield eerst aan.
De derde week van januari was een week met inversieweer. Onder een zeer warmbloedig hogedrukgebied bleef het in een dunne, vochtige laag aan de grond koud. Het was bewolkt en mistig en het koelde af tot rond het vriespunt.
IJsdagen
In het oosten van het land traden ijsdagen op; hier en daar waren het er vijf op rij. De laatste week verliep zacht en uiterst wisselvallig. Januari werd zo een vrij sombere en op de valreep toch ook een natte maand met een iets beneden normale temperatuur.
In februari maakte het Eurohoog een uitstapje naar Scandinavië. Ondanks een langer tijdvak met oostelijke winden duurde het lang voordat de temperaturen omlaag gingen. En hoewel het tot een periode met vorst in de nachten kwam, waren de temperaturen in De Bilt overdag dusdanig hoog dat het Hellmanngetal er nauwelijks door opliep. In het oosten en noordoosten lukte dat wat beter, maar werden de (lage) totalen van vorig jaar ook (net) niet gehaald. Op 11 februari viel in delen van Drenthe, Groningen en Friesland een dikke laag sneeuw.

Wind naar de zuidhoek
Aan het einde van de derde week van februari zocht de wind de zuidhoek op en op vrijdag 21 februari werd het op veel plaatsen 18 of 19 graden. De laatste dagen van deze winter verlopen licht wisselvallig en zacht. De februarimaand koerst daarmee op een normale temperatuur van 3,9 graden af, zal als zonniger en vooral droger dan normaal de boeken in gaan.
Voor de winter als geheel ziet het ernaar uit dat we op een temperatuur van 4,5 graden uitkomen, een plus van 0,6 graden. Aan zonuren komen we waarschijnlijk wat tekort en voor wat de neerslag betreft, koersen we op een normale tot iets onder normale hoeveelheid af. Uiteindelijk was er weinig winterweer. In het grootste deel van het land was de Hellmannscore lager dan die van de winter van vorig jaar. Het oosten en noordoosten zaten er wel dichtbij.
Wintertemperatuur lager dan vorig jaar
Dus ja, het was een zachte winter met weinig winterweer. Wel was de wintertemperatuur lager dan die in de drie voorgaande winters. Hogedruk domineerde gedurende lange perioden, maar tijdens de wisselvallige perioden tussendoor viel toch bijna de normale hoeveelheid regen. Winters weer is er in december niet geweest, in februari wel. Het koudere weer in januari ontstond onder een warmbloedig hogedrukgebied dat lang bleef liggen.
Zelf ben ik tevreden, vooral omdat de achtergrondfactoren en de daarbij verwachte drukpatronen klopten. Duidelijk is dat La Niña de dominante factor was. De hogedruk in januari lag wat noordelijker dan verwacht, waardoor de temperaturen lager en de details dus anders uitpakten. Toch werd het op de valreep nog de verwachte, wisselvallige maand met een boven normale hoeveelheid regen.

Geen SSW
Een SSW is er niet gekomen. Wel gedroeg de poolwervel zich bijzonder, door zich wel tien keer te strekken. En dat op zo’n manier dat de kou boven Noord-Amerika en het oosten van Azië ver naar het zuiden kon stromen. In Europa profiteerden we drie keer van het ontstaan van een hogedrukgebied bij Groenland. De eerste keer was eind november, de tweede begin januari en de derde keer halverwege februari. De echte kou bereikte ons niet.
Opvallend was hoe het weer in ons deel van de wereld zich weinig aantrok van de vaak sterke poolwervel. Terwijl je onder omstandigheden als deze vooral een sterke westcirculatie zou verwachten, was de stroming veel vaker geblokkeerd.
Een echte koppeling tussen de stratosfeer (poolwervel) en de troposfeer is er dan ook nauwelijks geweest. Dat gebeurt vaker tijdens een winter met La Niña. Een fraai voorbeeld is de (vrij strenge) winter van 1996. Die verliep in ons land dus wel stukken kouder dan de huidige winter. Er was bijna een Elfstedentocht.
Lange termijn was lastige hobbel
Voor de computermodellen was vooral het berekenen van het weer op de lange termijn een moeilijk te nemen horde. Het regende fraaie winterkaarten. De sociale media stonden er vele weken achtereen vol mee. Ze hadden echter één ding gemeen: ze zijn nooit uitgekomen.
Mis ook deze verhalen niet:
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller