De winter kwam dit jaar al vroeg. In november kregen we te maken met (echt) koude lucht, forse winterse buien, hagel, sneeuw en op veel plaatsen ook een (tijdelijk) sneeuwdek. Verder heeft het in de nacht al op uitgebreide schaal licht gevroren.
Het is in de novembermaand voorwaar weleens minder geweest. Maar hoe moeten we die vroege prik van de winter interpreteren? Is het een opmaat naar meer? Of heeft de winter nu al zijn kruit verschoten? We gaan het uitzoeken in de Winterverwachting 2025 van Weerverteller.nl, die vandaag tijdens de Wintermeeting bij het KNMI is gepresenteerd.
Vorig jaar na vroege start toch zachte winter
Vorig jaar kwam de winter aan het einde van de novembermaand ook al even in Nederland langs. Toen was het niet de opmaat naar meer. Hoewel we ook in januari nog twee winterse weken mochten begroeten, met zelfs een beetje schaatsen op natuurijs, verliep het grootste deel van de winter zacht, erg nat en van tijd tot tijd ook windrijk. Het werd, zoals zoveel winters in de afgelopen jaren, een bijzonder zachte winter. De zoveelste in de lange rij.
Vergelijken we de aanloop van de vorige winter met die van nu, dan zijn er flinke verschillen. Was het vorig jaar de combinatie van een sterke El Niño (een warme zeestroom op de Grote Oceaan langs de evenaar tussen Peru en Indonesië) en een positieve IOD (een temperatuurverdeling op de Indische Oceaan, waarbij het warme water aan de Afrikaanse oostkust en het relatief koele water bij Indonesië terug te vinden is), die het verloop van de winter bij ons domineerde, dit jaar zijn beide invloeden afwezig. En moeten we naar andere factoren kijken.
La Niña wil maar niet
El Niño is alweer een tijd geleden verdwenen. Het wachten is op zijn zusje, La Niña. Eigenlijk wachten we al heel tijdje op haar, maar ze wil maar niet komen. Het water langs de evenaar op de Grote Oceaan is afgekoeld, maar niet voldoende om van La Niña te kunnen spreken. Toch wordt ze gedurende de winter wel verwacht. En ook al zal dat op de kaarten misschien niet eens zo duidelijk te zien zijn, met haar invloed krijgen we hoe dan ook te maken.
Superwarm water aan de westkant van de noordelijke helft van de Grote Oceaan is er al enkele jaren de oorzaak van dat de atmosfeer op het Noordelijk Halfrond vrijwel voortdurend in de La Niña stand staat. Eigenlijk was dat zelfs gedurende het El Niño jaar vaak het geval. Het bewijs hiervan is het hogedrukgebied dat steeds weer opnieuw boven het noorden van de Grote Oceaan in de buurt van Alaska en de Aleoeten (een eilandenboog tussen Rusland en Alaska) aanwezig is. Het is er al meerdere jaren vrijwel niet weg te krijgen.
We moeten naar de Grote Oceaan kijken
Bij gebrek aan andere signalen (geen IOD) moeten we voor de komende winter nadrukkelijk naar de Grote Oceaan kijken, een zee die in het wereldwijde weer toch altijd al een hoofdrol speelt, door zijn enorme oppervlak en de geweldige hoeveelheden warmte die er in het water liggen opgeslagen. En daarbij geldt voor de Grote Oceaan, maar ook voor de meeste andere zeeën op aarde, dat de watertemperatuur er vaak nog eens recordhoog is ook.
De ‘warme blob’, vooral aan de westkant van het noordelijke deel van de Grote Oceaan (globaal vanaf Japen en dan verder naar het oosten) dus, heeft twee gevolgen. Niet alleen versterkt hij de invloed van de hooguit zwakke La Niña die tijdens de komende winter wordt verwacht, maar ook houdt hij de Madden Julian Oscillation (MJO) vooral in zijn fasen 4, 5, 6 en 7. Dit leggen we hier verder niet uit. Het is een technisch verhaal dat veel te ver zou voeren. We kunnen volstaan door te zeggen dat een golvende NAO-index er bij ons het gevolg van is. En die laat op zijn beurt het drukverschil zien tussen IJsland aan de ene en de Azoren aan de andere kant.
NAO-index schommelt steeds
Voor winterweer is een negatieve NAO-index bij ons in de regel gunstig. We hebben dat de afgelopen week ook weer gezien. De NAO-index was zelfs sterk negatief. Om kou tijdens de winter kans te laten maken, zou hij eigenlijk negatief moeten blijven. Op basis van de verwachte MJO-schommeling lijkt dat niet mogelijk. Daarbij is het in winters met een La Niña ook nog eens zo dat, als het zwaartepunt van het koude water op het centrale deel van de Grote Oceaan komt te liggen (zoals voor de komende winter wordt verwacht), de kans op een negatieve NAO-index vooral aan het begin en het einde van de winter relatief groter is. Er tussenin zit vaak een lange fase met positieve waarden, in de maanden januari en deels ook februari.
De aanloop naar de komende winter vertoont veel overeenkomsten met die naar de winters van 2014 en 2022. Beide winters verliepen in Nederland uitermate zacht en de winter van 2022 bovendien ook nog eens stormachtig. De winter van 2014 werd door een hardnekkige zuidenwind gekenmerkt, die steeds weer golven met zachte lucht aanvoerde. Het is de tot nu toe enige winter die in De Bilt die ook geen Helmannscore tot stand wist te brengen.
Vroegere winters zijn niet meer courant
In het verleden kwamen winters met vergelijkbare aanlopen soms wel met veel meer kou uit de bus. Als je naar de vergelijkingsset van winters met een La Niña en een QBO-west (zoals die de komende winter wordt verwacht) kijkt, dan zitten daar een paar plaatjes tussen.
Het lijkt er echter op dat je, door het opwarmen van de aarde, de situatie van nu niet meer met die van vroegere winters kunt vergelijken. De koudepoel rond de winterse Noordpool is dusdanig veel kleiner geworden en de subtropische Hadleycel zo ver naar het noorden opgeschoven dat de Winters van Toen als vergelijkingsmateriaal inmiddels niet meer courant zijn.
Wil je een eerlijke afweging maken, dan zul je het dus in de winters van de laatste 10 jaar moeten zoeken. In die zin is het dan ook verstandig om aan die winters van 2014 en 2022 een hoog gewicht toe te kennen. En dan komen we toch weer op een zacht spoor uit.
Er is wel een beetje hoop
Is er dan helemaal geen hoop op winterweer? Zo erg is het ook weer niet. De aanloop naar deze winter mag dan op die naar de winters van 2014 en 2022 lijken, er zijn ook duidelijke verschillen. Daarbij hebben we ook in het recente verleden genoeg voorbeelden gezien van winters die zich niet voortdurend aan het overheersende (vaak zachte) patroon hielden. Maar ook wel eens voor langere tijd daarvan afweken. De vorstperiode van 2012 is daarvan een mooi voorbeeld. En ook in de zachte winter van 2021 hadden we in februari een mooie vorstperiode.
Een grote hulp kan daarbij een felle SSW zijn, een plotselinge opwarming van de stratosfeer boven het Noordpoolgebied, die vervolgens de poolwervel (de straalstroom in de stratosfeer rondom het poolgebied) laat instorten. Die kans is er de komende winter natuurlijk ook, al weten we nu nog niet of het gaat gebeuren. Op de korte termijn in elk geval niet. De poolwervel is nu al behoorlijk sterk en lijkt in december eerst alleen maar verder aan kracht te winnen. Pas tegen het einde van de maand zou er weer enige verzwakking kunnen optreden.
Vooral naar februari kijken
De kansen voor een SSW lijken het grootst in de tweede helft van de winter. Zo voortredenerend zou januari weleens de zachtste maand kunnen worden. Met een (wellicht relatief noordelijk gelegen) westcirculatie, en in onze omgeving ook invloeden van hogedrukgebieden die zich boven het zuiden van Europa ophouden. Voor de Alpen is dit geen best vooruitzicht.
Hoewel het zo kan zijn dat de winter zijn vroege voorraad aan winterweer in deze novembermaand al voor een groot deel heeft opgebruikt, is het niet uitgesloten dat er ook in de decembermaand nog wat komt. Daarna lijken we vooral tot de tweede helft van de winter te moeten wachten. En is het daarbij te hopen dat een eventuele SSW op tijd is.
Winterverwachting
Al met al gaan we er bij Weerverteller.nl vanuit dat de kans op een zachte winter vooralsnog groot is (80 procent), waarbij de winter niet noodzakelijkerwijs zo zacht hoeft uit te vallen als de voorgaande winters (of die van 2014). Zeker aan het begin en ook in februari lijken er wel degelijk kansen te zijn op wat meer winterse perioden. Maar dan moet de poolwervel in de tweede helft van de winter wel een beetje meewerken. En dat weten we nu nog niet.
Verder lijkt de neerslag ongeveer normaal tot wellicht iets boven normaal te zijn, maar door de hogedrukinvloeden niet zo extreem als in de voorgaande winter. En als hogedrukgebieden erin slagen om hun invloed bij ons uit te oefenen, valt het met de stormen wellicht ook mee.
Als het anders wordt, melden we het ook
We blijven het natuurlijk volgen. En wat voor andere jaren geldt, geldt ook nu. Mocht de winter toch een ander spoor kiezen dan hier verwacht, en is ook duidelijk waar die veranderingen vandaan komen, dan komen we daar op deze site natuurlijk op terug. Het devies is dan ook dat de verwachting niet hoeft te kloppen, zolang het maar zo is dat we begrijpen wat er gebeurt. En daarvan leren. Met als doel het de volgende keer beter en hopelijk wel goed doen.
Mis ook deze verhalen niet:
Winterverwachting: biedt het huidige zonnemaximum uitzicht op een koude winter?
Winterverwachting: aanloop naar de winter is heel anders dan die van vorig jaar
Winterverwachting: de teloorgang van de Nederlandse winter uitgelegd
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller