Een winter vol verrassingen: de koude winter van 1996

Foto boven: Slecht ijs in Sneek in de winter van 1996. Eén van de redenen waarom de Elfstedentocht dat jaar niet werd gehouden - still uit video

Het jaar 1996 bracht een winter die je van tevoren niet zou verwachten. We zaten midden in een La Niña-jaar, met een westelijke QBO, omstandigheden die doorgaans niet bepaald bekendstaan om strenge winters.

Advertentie

De weerverteller is deze week op wintersport. Daarom publiceren we twee series over bijzondere winters uit de vorige eeuw. De winters van 1979 en 1987 hebben we al behandeld, vandaag kijken we terug op de winter van 1996.

En toch kregen we er eentje om niet snel te vergeten. Terwijl de poolwervel sterk bleef en de stratosfeer de hele winter door ijskoud was, zorgden hardnekkige blokkades in de troposfeer voor een winter die keer op keer bleef verrassen.

Slecht ijs in Sneek in de winter van 1996. Eén van de redenen waarom de Elfstedentocht dat jaar niet werd gehouden - still uit video
Slecht ijs in Sneek in de winter van 1996. Eén van de redenen waarom de Elfstedentocht dat jaar niet werd gehouden - still uit video

December: het begin van de kou

Het begon al in december, na een vrij normale maar droge novembermaand. Het hogedrukgebied dat eerst boven Rusland en Scandinavië lag, begon zich langzaam te verplaatsen richting IJsland en Groenland. Het resultaat? Een ijzige december.

In De Bilt vroor het maar liefst 26 dagen, waarvan op 9 dagen matig en op 2 dagen zelfs streng. Op 29 december werd met -12,5 graden het dieptepunt bereikt. Op 9 dagen bleef het zelfs 24 uur lang onder nul. De maandtemperatuur kwam uit op -0,9 graden – indrukwekkend voor die tijd.

De eerste vorstperiode begon op 24 december en hield stand tot 3 januari. Het was een magische kerstweek, maar daarna draaide het weer. Het hogedrukgebied trok zich terug naar Rusland, terwijl op de Atlantische Oceaan een krachtige westcirculatie ontstond. Hierdoor kwam de wind in de zuidhoek terecht, en op 13 en 14 januari steeg de temperatuur zelfs boven de 10 graden. Het bleek een kort maar krachtig intermezzo van zachtheid.

Advertentie

Januari: een koude comeback

De winter gaf zich echter niet zomaar gewonnen. Al snel begon het hogedrukgebied boven Rusland zich opnieuw naar het westen uit te breiden. Geholpen door koud oppervlaktewater en de eerdere vorstperiode begonnen de temperaturen weer te dalen.

Op 16 januari vroor het al weer in de nachten, en op 18 januari begon de tweede vorstperiode, die tot 9 februari zou duren. Tijdens deze weken bleef het hogedrukgebied stevig boven Scandinavië liggen en maakte het af en toe contact met het Azorenhoog, dat verder westelijk lag dan gebruikelijk. Het drukpatroon zorgde ervoor dat de NAO-index vrijwel neutraal bleef. Een sterke poolwervel boven de Noordpool hield de bovenlucht daar ijzig koud, meestal geen goede randvoorwaarde voor winterweer bij ons, maar aan de grond bleef de kou in onze omgeving toch verrassend hardnekkig hangen.

Elfstedenkoorts en koude controverse

De aanhoudende vorst in januari leidde tot een piek in de Elfstedenkoorts, begin februari. Iedereen had het over de Tocht der Tochten, en het leek erop dat 4 februari dé dag zou worden. Toch liep het anders. Tijdens een vergadering met de rayonhoofden bleek dat de omstandigheden nog te onzeker waren: er waren plekken waar het ijs niet dik genoeg was, en een mogelijke dooi hing in de lucht.

De vorst zette echter juist aan en hield vol tot 9 februari. De kritiek op het Elfstedenbestuur was niet mals. Het ging zó ver dat op 10 februari een wilde Elfstedentocht werd georganiseerd door Panorama. In een latere aflevering van Andere Tijden Sport gaf toenmalig voorzitter Henk Kroes toe dat de tocht waarschijnlijk tóch had gekund.

Februari en maart: een winter vol contrasten

Na 9 februari kwam er een eind aan de vorstperiode, maar écht lenteachtig werd het nog niet. De rest van februari bleef het kwakkelen, en ook maart verliep kouder dan normaal. De gemiddelde maandtemperaturen van de winter waren veelzeggend:

  • December: -0,9 graden

  • Januari: -0,1 graden

  • Februari: 0,6 graden

Met een winters gemiddelde van -0,2 graden en maar liefst 150,5 Hellmannpunten was 1996 een winter die de boeken inging als koud en vol verrassingen.

Een les voor nu: verrassingen waren toen nog mogelijk

De winter van 1996 laat zien dat het weer soms vol verrassingen zit. Geen SSW, een sterke poolwervel en omstandigheden die niet direct op een strenge winter wezen – en tóch kregen we er een. Het laat zien dat zelfs met ‘onverwachte’ randvoorwaarden een koude winter niet uitgesloten is – of was. Of deze observatie nog naar deze tijd kunnen doorzetten, valt te betwijfelen. Het klimaat is de laatste 29 jaar sterk veranderd, zo sterk dat het maar zeer de vraag is of het huzarenstukje van 1996 nu nog zou kunnen gebeuren.

Advertentie