30-daagse (+): zoveel winterkansen, zo weinig resultaat
Reinout van den BornEr is tegenwoordig zoveel nodig om het hier winter te laten worden. Alle veelbelovende weerkaarten van de laatste tijd ten spijt (je kunt er een boek mee vullen), zijn we tot nu toe niet verder gekomen dan een paar nachten met lichte vorst.
De dag waarop de temperatuur wel heel lokaal onder het vriespunt bleef (Heino en Hoogeveen noteerden toen de tot nu toe enige ijsdag van deze winter), was de drukverdeling helemaal niet winters. Het was een typisch voorbeeld van inversiekou, onder een erg warme bovenlucht. En dankzij de laaghangende bewolking die maar bleef hangen.
De virtuele werkelijkheid
Daarna hebben we het op de weerkaarten, in de virtuele werkelijkheid, allemaal voorbij zien komen: dikke lagen sneeuw, ijskoude bovenluchten, bitterkoude oostelijke winden en boven de dikke sneeuwlaag bijzonder lage temperaturen. Als al die berekeningen, waarover uitvoerig is gerapporteerd, één ding met elkaar gemeen hebben, dan is het dit: ze zijn zonder uitzondering tot op dit moment niet uitgekomen. Hoe treurig dat ook is.
En mocht het komende zondagochtend enige tijd sneeuwen, dan zullen er ongetwijfeld zijn die zeggen: ‘zie je wel, dat heb ik twee weken al geroepen’. Maar ze hebben er toen niet bij gemeld dat het de vervelendste van alle sneeuwsituaties is: namelijk een die aan dikke dooi voorafgaat. Je moet er zondag vroeg bij zijn om er nog iets van mee te maken, want voordat je het weet, is het zondagmiddag alweer 12 graden en maandagochtend mogelijk zelfs 15 graden.
De realiteit van de Nederlandse winter
Dit is de realiteit van de Nederlandse winter. Je mag al blij zijn als er iets komt. En als het dan zover is, moet je je kans meteen waarnemen, want het is ook alweer snel voorbij. Jammer is het wel, want een sneeuwlaag die was blijven liggen, had ongetwijfeld flink kunnen helpen bij het vervolg. De koude(re) lucht is immers later op maandag alweer terug.
Een tweede vaststelling mag zijn dat, zodra de drukverdeling wel winterse trekjes vertoont, er in geen velden of wegen meer een spoor van (bovenlucht)kou te bekennen is. De warme luchten zijn zo dichtbij, dat zelfs een hogedrukgebied dat vanaf Groenland en IJsland onze kant op komt, zich nog met warme (boven)lucht weet vol te zuigen. De sterke daalbewegingen doen vervolgens de rest. Op de lange termijn worden in onze omgeving zelfs drukstanden tot in extremis 1050 hPa berekend. Meer dan wat inversiekou rest onder die omstandigheden niet.
De seinen staan nog steeds op groen
En dat terwijl de meeste seinen nog steeds op groen staan. Zoals we in ons verhaal van gisteren al constateerden, mag de poolwervel dan sterk zijn, echt bemoeien met het weer in de luchtlagen onder zich doet hij niet. Het is lang geleden dat het wat dit betreft in de winter zo meezat. Ook de NAO-index en de AO-index blijven de komende twee weken negatief, waarbij de onzekerheid op termijn wel toeneemt. Maar dat geldt dan tevens beide kanten op.
In een winter met zoveel kansen is er tot nu toe maar bar weinig gebeurd. Zoals al aangegeven, zijn we nog niet verder dan een paar nachten met lichte vorst. In het klimaat van vroeger moet het er onder dezelfde randvoorwaarden toch heel anders hebben uitgezien.
Week 1: van maandag 6 tot en met zondag 12 januari
Eerst wisselvallig, met ook winterse buien
Later in de week stabilisatie van het weer
Temperaturen iets beneden normaal
Het hogedrukgebied ligt nog bij IJsland en Groenland, lagedrukgebieden op de Oceaan strekken hun invloed tot over onze omgeving en het zuiden van Scandinavië uit.
De maandag begint uiterst zacht met temperaturen tot 15 graden, later op de dag passeert een koufront met regen en keert de koude(re) lucht terug. In de dagen daarna wisselen wolken en de zon elkaar af en kan een enkele winterse bui vallen. Tegen het weekeinde komt het hogedrukgebied vanuit het noordwesten dichterbij en stabiliseert het weer. In de nachten kan het licht vriezen. Overdag komen de temperaturen tussen 3 en 5 graden uit.
Week 2: van maandag 13 tot en met zondag 19 januari
Rustig hogedrukweer
Kans op laaghangende bewolking
Temperaturen beneden normaal
Het hogedrukgebied wordt zeer sterk en komt met zijn as net ten noorden van onze omgeving uit. Zoals eerder in dit verhaal al aangegeven, warmt ook de bovenlucht sterk op. Ook al draait de wind naar oostelijke richtingen, een echte vorstperiode lijkt er niet in te zitten.
Net als in vorige situaties met warmbloedige hogedrukgebieden is het risico op laaghangende bewolking levensgroot, en die houdt en al te sterke daling van de temperaturen tegen.
Blijft het wel helder, dan kan het in de nachten licht tot matig vriezen, maar komen de temperaturen overdag nog steeds boven nul. Schaatsen op natuurijsbanen en ondergelopen weilanden zit er in dat geval wel in. We gaan het zien.
Week 3: van maandag 20 tot en met zondag 26 januari
Rustig hogedrukweer
Grote kans op laaghangende bewolking
Beneden normale tot normale temperaturen.
Het hogedrukgebied neemt op de weerkaarten nog steeds een prominente plaats in. De as ervan lijkt ten zuiden van Nederland uit te komen, maar het is kielekiele. Ook is in dat geval de plaats van de kern van het hogedrukgebied belangrijk. Die wordt dermate dichtbij berekend, dat een gedetailleerde uitspraak over het weer voor deze week onmogelijk is.
Een aanhouden van het inversieweer ligt voor de hand, met – afhankelijk van de plek van het hogedrukgebied, beneden normale tot normale temperaturen. En nog altijd een grote kans op laaghangende bewolking, vanwege de hoge bovenluchttemperaturen.
Week 4: van 27 januari tot en met 2 februari
Nog steeds rustig hogedrukweer
In het noorden iets wisselvalliger
Normale tot iets beneden normale temperaturen.
Het hogedrukgebied lijkt zijn werkterrein meer naar het centrale deel van Europa te verleggen. De wind kan bij ons hierdoor meer uit het zuiden gaan waaien. Verder verandert niet veel. Storingen blijven waarschijnlijk nog uit de buurt, of trekken in verzwakte vorm over. Dan heeft vooral het noorden van het land daar last van.
In principe kan de periode met inversiekou nog aanhouden. Hoewel het model boven normale temperaturen berekent, liggen die – als dit zo uitkomt – niet voor de hand. Ze zijn daar nog steeds niet goed in, zo bleek ook de afgelopen tijd maar vaak genoeg. Wel kunnen behoorlijk verschillen tussen het zuidoosten en zuidwesten van het land gaan optreden.
Nog steeds beneden normale tot normale temperaturen dus, met toenemende verschillen.
Week 5 en 6: van 3 tot en met 16 februari
Wisselvalliger
Aantrekkende zuidwestenwind
Hogere temperaturen
Het hogedrukgebied trekt zich verder naar het zuidoosten van Europa terug en een wetscirculatie, die op het noordelijke deel van de Oceaan al aanwezig is, probeert zich verder naar het zuiden uit te breiden. Dat lukt maar gedeeltelijk.
Toch zou het in deze twee weken wisselvalliger kunnen worden, het laatst in het zuidoosten. Met een aantrekkende zuidwestenwind en boven normale temperaturen. Daarbij kunnen de verschillen tussen het koudere zuidoosten en het warme noordwesten langer blijven bestaan.
Samenvattend
Het lijkt erop dat we vanaf het einde van volgende week een langer durende stabiele periode tegemoet gaan onder de vleugels van een hogedrukgebied dat eerst boven het zuiden van Scandinavië ligt, maar in de weken daarna langzaam een steeds zuidelijkere en later zuidoostelijkere positie gaat innemen.
Het kan ons een periode met relatief koud inversieweer opleveren, hopelijk met de zon erbij, maar veel waarschijnlijker toch weer met langdurig de aanwezigheid van laaghangende bewolking. Daarbij beneden normale temperaturen, zonder dat het diepwinters wordt.
In de februarimaand dan mogelijk een omslag naar wisselvalliger weer met vaker regen, meer wind en dan weer oplopende temperaturen. Maar dat is allemaal nog erg ver weg.
Mis ook deze verhalen niet:
Definitieve winterverwachting 2025: vroege start, volgt er meer?
Zijn er nog geitenpaadjes die de winter de komende tijd kan nemen?
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller