Waarom kwam die (regionale) hittegolf er maar niet?

Foto boven: Van alles hebben we in de zomer tot nu toe meegemaakt, maar een (regionale) hittegolf kwam er maar niet. Waarom lukte dat maar steeds niet? - Jolanda Bakker.

Het is met de zomer van 2024, die vaak koel en erg wisselvallig begon, in de tweede helft alsnog goed gekomen. Uiteindelijk was de zon er wel en werd het warm. Met een temperatuur van 19,5 tot 19,7 graden gaat augustus zelfs op een vijfde of zesde plaats af in de lijst van warmste augustusmaanden sinds het begin van de metingen. De zomer als geheel komt op een veertiende plaats uit, ook een mooie prestatie.

Alleen die hittegolf kwam er maar niet, zelfs niet regionaal. Voor de komende week zag het er in eerste instantie nog heel goed uit. Niet alleen zou het opnieuw warm worden, maar eindelijk lag ook eens een langere periode met stabiel zomerweer in het verschiet. Volgens de modelberekeningen althans. Want het moest allemaal nog wel gebeuren.

Glazen bolletje Jolanda
Van alles hebben we in de zomer tot nu toe meegemaakt, maar een (regionale) hittegolf kwam er maar niet. Waarom lukte dat maar steeds niet? - Jolanda Bakker.

Indrukwekkende berekeningen

Leg je de berekeningen van nu echter naast die van een aantal dagen geleden, dan is er toch wel het een en ander veranderd. Met name het Amerikaanse model wilde er (en eigenlijk nog steeds) wel aan. Bijna dag in dag uit liet de hoofberekening van dit model indrukwekkende reeksen aan tropische dagen zien. Met temperaturen die soms tot in de buurt van 35 graden konden oplopen; iets dat we eerder in de zomer vrijwel niet hebben meegemaakt.

Bekeek je vervolgens de pluim van dit model, dan zag je dat die hoofberekening steevast hoog boven de andere berekeningen uit torende. De rest van het pakket aan berekeningen was veel meer in lijn met dat van het andere grote rekenmodel, dat wereldwijd vaak geraadpleegd wordt. En dan hebben we het over het weermodel van het Europese rekencentrum. Bij het Europese model zagen we dat de hoofdberekening beter in die andere berekeningen paste. Het liet de warmte komende vrijdag alweer onderbroken worden door de passage van een storing. Ook het AI-model van het ECMWF deed het een stuk rustiger met de warmte.

Negatieve NAO-index

Wat we de komende tijd zien, is dat we naar een periode met een negatieve NAO-index toe groeien. De NAO-index zegt iets over het luchtdrukverschil tussen de omgeving van IJsland en het gebied bij de Azoren. Is dat drukverschil groot, met lagedrukgebieden bij IJsland en een sterk hogedrukgebied in de buurt van de Azoren, dan is die index positief. Wordt het drukverschil kleiner, met oplopende barometerstanden bij IJsland en een dalende luchtdruk in de buurt van de Azoren, dan wordt de index negatief. Dat is wat de komende tijd gaat gebeuren.

In de zomer is een positieve NAO-index vaak gunstig voor het zomerweer in onze omgeving. Dat hebben we de afgelopen weken meer dan eens kunnen merken. De zuidwestelijke winden in de bovenlucht stuwen warmte naar Scandinavië, waar dan een hogedrukgebied ontstaat. En dat brengt vervolgens de zomer naar grote delen van Europa, met zon en warmte.

Langgerekte lagedrukzone

Een negatieve NAO-index is minder gunstig. Op de Oceaan komt langs de westrand van Europa een langgerekte lagedrukzone te liggen. Aan de oostflank daarvan bevindt zich een sterke zuid-noord gerichte straalstroom, die geregeld tot boven onze omgeving doordringt.

Voor de temperaturen is die straalstroom prima. Zomerweer kan het dan ook zeker zijn, zelfs voor langere tijd. Stabiel zomerweer is in zo’n constellatie in onze omgeving echter niet zelden een mooie droom. Er zit gewoon teveel beweging in de atmosfeer om druksystemen langer op hun plaats te laten liggen. Dat heb je toch nodig om tot een hittegolf te kunnen komen.

Hogedrukgebieden schieten vaak te ver en te snel naar het noordoosten door om een langere, stabiele zomerperiode in onze omgeving van de grond te krijgen. Ook de komende week lijkt dat het euvel te zijn. Zodra de warmte rond donderdag goed op gang is, passeert alweer een (zwakke) storing en wordt de aanvoer van de echte warmte tot staan gebracht.

Depressies waren ook sterker dan anders

De niet te stoppen beweging in onze atmosfeer gedurende de zomermaanden had niet alleen met de eerder beschreven ‘foute’ drukverdelingen te maken. Het leek er ook op dat de kracht van de lagedrukgebieden op de Oceaan groter was dan in andere zomers.

Ook eerder in de zomer, toen we door positieve fases van de NAO-index heen gingen, waren de lagedrukgebieden bij IJsland eigenlijk al te sterk. Waar zo’n fase in andere zomers tot de vorming van een hogedrukgebied boven Scandinavië leidde, zoals eerder in dit verhaal beschreven, bleef de hogedruk deze zomer toch vaak ten zuiden van Nederland. En hielden wij de invloed van de storingen die bij de lagedrukgebieden hoorden, waardoor het wisselvallig bleef. Dit had met de dus met de grotere kracht van de depressies te maken. Ze waren zo sterk en uitgestrekt dat de vorming van de hogedruk boven Scandinavië niet goed van de grond kon komen.

Waarom waren de depressies zo sterk?

Over de reden achter die kracht van de Oceanische lagedrukgebieden kunnen we alleen maar speculeren. Kwam het door de grote temperatuurverschillen tussen het Poolgebied in het noorden en de oververhitte subtropen in het zuiden? Waardoor op de Oceaan toch steeds een sterke straalstroom overbleef die meer dan anders energie voor de vorming van depressies leverde? Of speelde de stratosfeer een rol, die kouder dan normaal was? En was de uitbarsting van de Hunga-Tonga vulkaan daarmee de boosdoener? Hopelijk komen we het ooit te weten.

Verder lezen:

Volg ons ook op facebook en X!

Jouw foto op Weerverteller.nl?

Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller