De lente van 1983 blijft tot op de dag van vandaag de natste en somberste ooit. Landelijk viel er ongeveer 282 millimeter regen, bijna twee keer zoveel als gebruikelijk. Die sombere herinnering geldt wellicht ook voor velen die deze periode hebben meegemaakt, vooral voor de landbouwers in Nederland, voor wie het slechte weer van die lente een ware ramp betekende.
Mijn eigen herinnering aan de lente van 1983, toen ik 14 jaar oud was, reikt niet verder dan de Hemelvaartsstorm die het land op 12 mei 1983 volledig overviel. Het was wellicht de meest opvallende storm in de recente geschiedenis. De meteorologen van toen werden volledig verrast door dit noodweer, veroorzaakt door een uiterst kleine, maar zeer intense Kanaalrat.
Orkaankracht!
De weermodellen van destijds slaagden er niet in het zich ontwikkelende lagedrukgebiedje op te merken vanwege zijn kleine omvang. Een zware storm stak plotseling op, en ik herinner me nog goed mijn verbazing toen we in de auto, onderweg naar Zwolle, op de radio een waarschuwing hoorden voor de scheepvaart: district Vlissingen zuidwest 12, alle andere districten zuidoost 5. District Vlissingen zuidwest 12? Dat is orkaankracht!
In Zeeland en langs de westkust woei de wind gemiddeld over een uur met windkracht 9, waardoor een officiële storm ontstond. Maar gedurende een kortere periode bereikte de wind in deze regio's tijdelijk een zware westzuidwestenstorm, windkracht 10. In Cadzand werd zelfs windkracht 11 gemeten, met een windstoot van 133 kilometer per uur. In IJmuiden bereikte een windvlaag een maximale snelheid van 131 km/u.
Chaos
De storm duurde ongeveer twee uur, met het hoogtepunt rond 13 uur. De piepkleine storm veroorzaakte chaos en leidde tot vele gewonden en helaas het verlies van 11 mensenlevens, vooral onder zeilers.
Niet alleen watersporters werden getroffen: automobilisten kregen te maken met hevige rukwinden, terwijl fietsers en voetgangers moesten oppassen voor vallende takken en omgewaaide bomen.
Het was wellicht de meest extreme uiting van het weer in die verloren lente. Maar terwijl deze storm de aandacht trok, speelde zich op de velden een stille ramp af. De weerkaarten van die lente van 1983 weerspiegelden somberheid, met nauwelijks hogedrukgebieden. In maart en april zorgden opeenvolgende lagedrukgebieden voor aanhoudende regenval, waardoor de bodem verzadigd raakte en de velden steeds natter werden.
Nood onder boeren nam toe
Vooral in Friesland, het noorden van Groningen, Drenthe en Zeeland lukte het boeren niet om gewassen te planten vanwege de doorweekte grond. De nood onder boeren nam toe, en landbouworganisaties riepen om steun van de overheid. Zelfs de psychische gezondheid van boeren baarde zorgen.
Op de laatste dag van mei steeg de temperatuur voor het eerst boven 20 graden in De Bilt, wat de boeren hoop gaf op droger weer. Scholieren hielpen zelfs bij het poten van aardappelen. De lente van 1983 eindigde met een neerslagtotaal van 282 millimeter, vooral vanwege de extreem natte meimaand.
Mooie zomer
Een warme, droge en zonnige zomer volgde, met slechts sporadische regenval. Juli kende zelfs een hittegolf, en de zomer eindigde als een van de zonnigste ooit gemeten.