De spectaculaire luchtmassagrens van februari 1966
Reinout van den BornEen tijdje terug vroegen we ons in een verhaal op deze site af wat er met de winter in het noordoosten van het land is gebeurd. Vroeger zaten de provincies Groningen, Friesland en Drenthe altijd op de eerste rang als het om vorstinvallen ging, de laatste jaren lijkt die voorkeurspositie van ‘De Gouden Driehoek’ helemaal te zijn verdwenen.
In dat verhaal noemden we nog min of meer recente voorbeelden in 2014 en 2016 van kou vanuit Scandinavië die het noordoosten wel en de rest van het land niet bereikte. En eigenlijk hadden we daar nog een ander voorbeeld uit 2019 aan toe kunnen voegen.
De bijzondere vorstinval van februari 1966
Maar lezer van de site Jan Hofman uit het Groningse Winsum wees ons op een heel ander voorbeeld van een winterperiode, die vooral in het noordoosten van het land toesloeg en waaraan hij nog veel herinneringen bewaart. Hij denkt dan terug aan februari 1966, en speciaal aan de periode tussen 7 februari 1966 en 19 februari 1966.
Als je de weerkaarten en bijbehorende getallen uit die periode terugziet, dan was het inderdaad een zeer markante luchtmassagrens die zich toen lange tijd boven Nederland ophield. De drukverdeling was erg interessant. Boven Groenland lag een hogedrukgebied en ten oosten daarvan veroverde een bel met ijskoude, arctische lucht Scandinavië.
Luchtmassagrens precies boven ons land
Op 7 februari 1966 kwam de voorste begrenzing van die koude lucht bij het noordoosten van Nederland aan. Daarbij werd de kou niet door een hogedrukgebied boven Scandinavië, maar door een lagedrukgebied boven de Baltische staten onze kant op geduwd. Boven het midden van de Oceaan lag een lagedrukgebied dat hetzelfde met zachte lucht deed. Nederland bevond zich in een zadelgebied. De luchtmassagrens kwam precies boven ons land te liggen.
Vanaf hier laten we Jan Hofman vertellen: ‘Het bijzondere in de periode van 7 tot en met 19 februari 1966 was dat een markante vorstgrens meerdere dagen boven Nederland lag’, herinnert hij zich van die periode. ‘Wat een strijd was dat, tussen de Noord-Europese vrieskou enerzijds en de zachte lucht boven West- en Midden-Europa anderzijds’.
Grote temperatuurverschillen
Het temperatuurverschil tussen het noorden en zuiden van het land was vooral van de 8 tot en met 11 februari erg groot. Op 8 februari daalden de temperaturen in de noordelijke provincies en Overijssel tot tussen -1 en -6 graden, terwijl het die dag in Brabant en Limburg nog plus 12 tot plus 13 graden werd. Daar kon je het weer bijna lenteachtig noemen.
Van west naar oost over het land lag toen een scherp front dat de grens tussen de kou in het noorden en het zachte weer in het zuiden markeerde. Een dag later was dat front er nog. Daar waar de temperatuur in Eelde niet boven -5,0 graden kwam, haalde Maastricht nog dubbele cijfers. In de loop van de dag rukte de kou echter naar het zuiden op.
In die periode werden vooral Friesland en Groningen door ijzel en sneeuw geteisterd. Over het midden van Friesland lag een ongeveer 30 kilometer brede strook waar 25 millimeter regen viel bij temperaturen onder nul. De natuur werd daarbij door een dikke laag ijs bedekt. Later viel sneeuw die door de sterke oostenwind op grote hopen werd geblazen. Hele dorpen raakte door de combinatie van sneeuw, wind en ijzel van de buitenwereld afgesloten.
Vorstgrens boven Midden-Nederland
Op de 10e mat Eelde een maximumtemperatuur van min 6,4C graden, tegenover plus 9.4 graden in Maastricht. De vorstgrens lag op dat moment over het midden van het land.
Nog weer een dag later was in die situatie weinig veranderd. De vorstgrens schommelde over het midden van het land heen en weer. In Eelde werd het -4,4 graden, in Vlissingen plus 6,9 graden. In de avond kwam de kou weer naar het zuiden en bereikte alleen Limburg niet. Daar werd het op de 12e tussen plus 0,9 en plus 1,4 graden, in de rest van het land vroor het gedurende het hele etmaal. In Eelde werd het -3,5 graden.
In de dagen daarna bleven er nog steeds temperatuurverschillen bestaan tussen het noorden en zuiden van het land. Die hadden op dat moment echter minder met de aanwezigheid van een front, als wel met verschillen in de aanwezigheid van sneeuw en de atmosferische omstandigheden van het moment te maken.
Eelde diepwinters, Maastricht nauwelijks vorst
Jan Hofman: ‘Maastricht telde gedurende de koudeperiode slechts 5 vorstdagen, Eelde kwam tot maar liefst 13 vorstdagen en 8 ijsdagen. In mijn eigen woonplaats Winsum (ten noorden van de stad Groningen) was in de avond van de 7e de temperatuur al tot iets beneden het vriespunt gedaald. De regendruppels aan de boomtakken waren toen al bevroren. Aannemelijk is dat Noord-Groningen in die periode zelfs van 9 ijsdagen kon spreken’.
Er waren grote verschillen in kouproductie. Jan Hofman: ‘Het Hellmangetal kwam in Eelde op 55 punten uit, in Maastricht op slechts 0,6 punten. De laagste temperatuur in Eelde bedroeg -15,8 graden op de 18e’. Dat was een dag voordat vanuit het zuidwesten de dooi inviel. In het noorden van Groningen heeft het die nacht volgens het KNMI meer dan 20 graden gevroren.
Sneeuw, sneeuwduinen en ijzel
Tijdens de koudeperiode was er, zoals al aangegeven, soms behoorlijk overlast, herinnert Hofman zich: ‘Zware sneeuwval, samen met een krachtige oostnoordoostenwind, ontregelde het openbare leven in noord- en noordoost Nederland behoorlijk. De sneeuwduinen werden soms metershoog en verscheidene dorpen in Groningen raakten hierdoor geïsoleerd. Zelfs de treinen op de regionale lijnen liepen vast in de sneeuw’.
Op andere plaatsen ijzelde het: ‘Friesland en Drenthe kregen met zware ijzel te maken. Veel bomen legden door de zware ijslast het loodje. Het kwam op meerdere dagen tot een combinatie van sneeuwval, ijzel en wind, doordat op deze markante scheidingslijn van twee luchtsoorten steeds nieuwe frontale storingen ontstonden’.
Snel invallende dooi
De finale van de strijd speelde zich op de 12e af. ‘Er was toen langdurig zware sneeuwval met een krachtige oostenwind. Ook in het westen viel op de 12e een flink pak sneeuw. Na de 12e werd het aan het weerfront rustiger met meer zon, maar in het noordoosten wel koude nachten. Een snel invallende dooi op de 19e maakte een einde aan deze zeer boeiende winterperiode’.
Mis ook deze verhalen niet:
Definitieve winterverwachting 2025: vroege start, volgt er meer?
Winter 2025 - ook zonder echt veel winterweer - verloopt wel bijzonder
Zijn er nog geitenpaadjes die de winter de komende tijd kan nemen?
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller