Warmere winters tillen sneeuwgrens Himalaya steeds hoger
Reinout van den BornOp het ‘dak van de wereld’, waar de Himalaya zich hoog boven de wolken verheft, zijn de winters ijzig koud. Toch levert die winterkou in recente jaren op lagere delen van de bergketen steeds minder sneeuw op. Wetenschappers zien een duidelijke verschuiving: de sneeuwgrens, het punt waar sneeuw in de winter blijft liggen, kruipt langzaam maar zeker omhoog.
Op 20 januari 2025 lag de gemiddelde sneeuwgrens rond de Mount Everest rond 6.100 meter hoogte, zo blijkt uit satellietdata van de Landsat 9. Dat was 150 meter hoger dan op 11 december 2024. En ter vergelijking: in januari 2022 lag die grens nog veel lager en dichter bij het langjarig gemiddelde. Glacioloog Mauri Pelto spreekt van een mogelijke ‘nieuwe normaal’: in 2021, 2023, 2024 én 2025 lag de sneeuwgrens steevast (te) hoog voor de tijd van het jaar.

Oorzaken: warmer én droger
De oorzaken zijn een combinatie van hogere dan normale temperaturen, een lage luchtvochtigheid en bijzonder droge omstandigheden. Die zorgen er niet alleen voor dat er minder sneeuw valt, maar ook dat sneeuw die er wel ligt, direct in de lucht verdampt – een proces dat als sublimatie bekend staat. In plaats van smelten en afstromen, verdwijnt het ‘witte goud’ als waterdamp dan letterlijk in het niets. Vooral op deze grote hoogte speelt ook de vaak sterke wind een grote rol in dat proces.
Pelto becijferde dat tussen 11 december 2024 en 28 januari 2025 de sneeuwgrens zo’n 150 meter is gestegen, enkel en alleen door sublimatie. En de sneeuw lag aan het begin van de winter al hoog, na een droog begin van 2024 en een warm en nat post-moessonseizoen.
Wat betekent dit voor de rest van de regio?
Hoewel het verleidelijk is om naar de winter te kijken als hét seizoen van sneeuw en gletsjergroei, zit dat in de Himalaya nét even anders. In tegenstelling tot Europa of Noord-Amerika, waar gletsjers vooral in de winter gevoed worden, zijn de Himalaya-gletsjers zomeraccumulatiegletsjers.
Ruim 75% van de jaarlijkse neerslag valt daar in de zomermaanden tijdens de moesson (juni–september). Dán moet het gebeuren.


De sleutel ligt in de zomer
Als de sneeuw die in de zomer valt lang genoeg blijft liggen, wordt deze langzaam omgezet in gletsjerijs. Dáár ligt dus de sleutel tot het voortbestaan van deze gletsjers – en daarmee ook tot de waterzekerheid van honderden miljoenen mensen in Azië die afhankelijk zijn van smeltwater uit de Himalaya voor drinkwater, landbouw en energie.
Toch zijn ook hier de berichten ongunstig. Uit een rapport van ICIMOD (International Centre for Integrated Mountain Development) blijkt dat de sneeuwbedekking in de Himalaya met de zomer erbij het laagst is in 23 jaar tijd. De hoeveelheid sneeuw ligt 24 procent onder normaal, het op twee na grootste opgetreden tekort in de meetperiode. De stroomgebieden van de Mekong en de Salween (grote rivieren in de regio) zijn al de helft van hun sneeuwbedekking kwijt.
Minder sneeuw, meer brandgevaar
Minder sneeuw betekent niet alleen minder water. De droge winter van 2025 heeft al geleid tot een vroege start van het bosbrandseizoen in Nepal, net als in het droge jaar 2021. Ook daar speelt het ontbreken van een isolerende sneeuwlaag een rol: droge vegetatie, harde wind en veel zon zijn een recept voor het uitbreken van vuur. In Afghanistan, India en Pakistan worden ook al de eerste tekenen van droogte waargenomen. Daar wordt al steeds meer grondwater opgepompt.
De winter verliest dus terrein in de Himalaya. De sneeuwgrens stijgt, en daarmee de zorgen over water voor mens en natuur. In dit landschap is het niet de winter, maar de zomer die de gletsjers – en de toekomst van miljoenen mensen – moet redden. En die zomer moet nog komen. Toch worden de eerste tekenen van droogte al waargenomen en hangt veel van het vervolg in de komende maanden af.