Winterse vooruitzichten worden steeds diffuser

Foto boven: Het wisselvallige weer loopt de komende dagen op zijn einde - Nely van Frankenhuyzen

Van het winterweer, dat we zo vaak in de weerkaarten voor de lange termijn zagen, is voor het grootste deel van Nederland niet veel meer over. Alleen in de zuidoostelijke delen van het land zou het vanaf donderdag nog enkele dagen koud kunnen worden.

Advertentie

Veel zal afhangen van hoe de voor de komende dagen verwachte sneeuwsituatie in België, het zuidoosten van Nederland en delen van Duitsland precies uitpakt.

Het wisselvallige weer loopt de komende dagen op zijn einde - Nely van Frankenhuyzen

Overgang tussen zachte en koude lucht

Daar komt vanaf morgenavond een neerslagzone te liggen die de overgang tussen de zachte lucht aan de zuidzijde ervan en koudere lucht aan de noordzijde markeert. Op die neerslagzone kan vanaf morgenavond een flinke laag sneeuw vallen, tot wel 25 centimeter aan toe in de Ardennen. Ook de Limburgse heuvels kunnen er 5 tot 10 centimeter van meekrijgen.

Eerder leek het er nog op dat de sneeuwzone zich ook wat verder naar het noorden zou kunnen uitbreiden, maar de meeste modelberekeningen hebben die optie inmiddels laten varen. Vanaf het einde van de week, als de sneeuwzone onze omgeving weer heeft verlaten, vestigt zich een hogedrukgebied boven Noordwest-Europa. Het houdt storingen een tijdje uit de buurt.

In de sneeuwgebieden wellicht erg koud

Mocht het onder de vleugels van het hogedrukgebied in de regio’s waar (veel) sneeuw ligt een tijdje helder en windstil worden, dan kan het daar vanaf de nacht naar vrijdag ook meteen erg koud worden. En zijn in de Ardennen temperaturen tot beneden -10 graden mogelijk. Ook in het zuidoosten van het land zijn dan minima beneden -5 graden denkbaar.

De vraag is echter of het zover komt. Doordat de bovenluchten in het hogedrukgebied snel opwarmen, is het gevaar voor het ontstaan van laaghangende bewolking levensgoot. Ook lijkt het erop dat de kern van het hogedrukgebied al heel snel boven de Britse eilanden komt te liggen. Als dit zo is, steekt een zwakke tot matige noordwestelijke wind die vochtige en relatief zachte Noordzeelucht het land in blaast. Voor het grootste deel van Nederland is koud weer dan geen optie. In Limburg ligt dat anders. Daar blijft de wind in dat geval zuidwestelijk en zou het (als er sneeuw ligt) nog steeds een aantal dagen winterweer kunnen zijn.

Onzekerheid in pluim duidelijk te zien

In de pluimverwachtingen voor de periode na komende maandag zien we die onzekerheid in Limburg mooi terug. De onzekerheid is dan groot. Daar waar de mediaan een graad of 5 warmer wordt, zijn er nog steeds koude opties, mocht de wind alsnog aflandig blijven.

Voor het oosten van Nederland zien we dezelfde onzekerheid terug. In de rest van het land lijkt de winterkans verkeken, doordat de Noordzeelucht de hoofdrol pakt.

Voordat dit allemaal zover is, vallen vandaag en in de komende nacht vooral in de noordelijke helft van het land nog een paar winterse buien. In het zuiden komen opklaringen voor. De zuidwestelijke, aan zee westelijke wind is aan zee af en toe krachtig en de temperaturen dalen in het binnenland tot rond het vriespunt, aan zee is het minder koud.

Morgen op de Wadden nog een bui

Morgen overdag is er alleen op de Wadden nog kans op een laatste winterse bui. In de rest van het land is het droog en komt de zon er geregeld door. Later neemt in het zuiden de bewolking toe. In de avond kan het uit die bewolking in het zuidoosten van Brabant en in Limburg gaan sneeuwen. In de rest van het land blijft het droog. Vooral in de Limburgse heuvels kan zich een sneeuwdek van tussen 5 en 10 centimeter vormen, in Brabant is het minder.

Donderdag en vrijdag wisselen wolken en de zon elkaar af en kan nog een enkele sneeuwbui vallen. In de nachten liggen de temperaturen rond het vriespunt of iets daaronder, met in de gebieden met sneeuw in het zuidoosten de laagste temperaturen. Overdag wordt het nog tussen 0 graden in Zuid-Limburg en 6 graden in het noorden van het land.

Daarna stabieler

Na vrijdag volgt dus een langere, stabiele periode. De hoeveelheid zon en de temperaturen hangen daarbij sterk met de windrichting samen. Een aflandige wind levert de laagste temperaturen op, een aanlandige wind de hoogste. De hoeveelheid zonneschijn is onzeker.