In een nog steeds recordwarme wereld is er speciale aandacht voor de ontwikkeling van het pakijs in het Noordpoolgebied. Dat houdt relatief goed vol, ondanks de warmte in alle gebieden er omheen. Het weer op de Noordpool werkt nog mee.
Toen afgelopen maart aan het einde van de winter de maximale omvang van het gebied met zeeijs werd bereikt, kwam het seizoen 2024 op een 15e plaats van onder uit, op een behoorlijk grote afstand van het laagterecord. De maximale omvang bedroeg rond 15 miljoen vierkante kilometer, ongeveer 500.000 vierkante kilometer onder de mediaan, zoals die geldt voor de jaren 1980 tot en met 2010. Het ijs wordt overigens sinds 1979 met satellieten gemeten.
In april kwam het zeeijs met een gemiddelde omvang van 14,12 miljoen vierkante kilometer op een 16e plaats van onder uit en in mei was de gemiddelde omvang met 12,78 miljoen vierkante kilometer goed voor een 12e plaats van onder. Dat zijn redelijk goede uitslagen. Er zijn natuurlijk grote tekorten, maar ze zijn in het verleden in deze periode veel groter geweest.
Hudson Bay
De opvallendste regio op dit moment is de Hudson Bay in Canada. Deze zeearm, die zich tot diep in het Canadese binnenland uitstrekt, is normaal in de meimaand nog helemaal bevroren. Dit jaar opende zich in mei vanuit het oosten echter een steeds groter gat in het ijs, als gevolg van sterke oostelijke winden. Die wind dreef het pakijs meer en meer naar het westen. Aan het einde van de meimaand was het tekort op de Hudson Bay met 250.000 vierkante kilometer recordgroot. En in juni is de afname van het ijs daar alleen maar verder gegaan.
Om een idee te krijgen van hoe het ijs ervoor staat, moet je ook verder kijken dan alleen naar de omvang van het gebied waar het zeeijs voorkomt. Van belang is ook hoe dik het ijs is, zodat je het totale volume aan ijs dat in het gebied aanwezig is kunt bepalen. Alleen als je dat weet, kun je ook enigszins een inschatting maken van hoe het smeltseizoen gaat verlopen.
Verbetering in ijsdikte
Voor wat de dikte van het zeeijs betreft, leek het dit jaar eerst allemaal relatief mager te zijn. Terwijl zich gedurende de winter best veel zeeijs vormde, ging het wel om erg dun ijs. In februari en maart was het gemiddelde met anderhalve meter het op een na laagste van de laatste 15 jaar. Inmiddels is er in die situatie verbetering gekomen. Met een gemiddelde dikte van rond 1,8 meter kwam mei op een gedeelde 5e plaats van boven uit, in de laatste 15 jaar.
Een toenemende dikte van het ijs is natuurlijk ook goed voor het totale volume aan ijs dat we in poolgebied aantreffen. Hier kijken we naar de laatste 10 jaar. Was het totale volume aan ijs in februari en maart nog het op twee na laagste uit de serie, inmiddels is dat omgedraaid naar het op één na hoogste volume van de laatste 10 jaar. Dat heeft dus vooral te maken met de nog wat toegenomen dikte van het ijs in de laatste maanden, maar ook met het feit dat de afname van de omvang van het gebied waar ijs voorkomt in het voorjaar relatief rustig is verlopen.
Hoe gaat het in de zomer verder?
De grote vraag is nu hoe het in de huidige zomer verder zal gaan. Veel zal daarbij afhangen van het zomerweer in het poolgebied en van de manier waarop zeestromingen erin slagen om warm zeewater onder het ijs te krijgen. Zoals de drukverdeling nu is, stroomt veel kou vanuit het poolgebied naar het zuiden, ook in onze richting. Daardoor is het er de laatste week relatief snel opgewarmd. Ook is de AO-index op dit moment positief. Dat wijst erop dat de luchtdruk boven de Noordpool hoog is. Een fel schijnende zon doet dan de rest en laat het ijs relatief snel smelten. In voorgaande zomers lag er vaak een lagedrukgebied boven het poolgebied. Toen was het er dan ook relatief kouder en hield de wind het zeeijs goed bij elkaar.
Zou er dit jaar vaker een hogedrukgebied boven het Noordpoolgebied liggen dan in andere jaren, en sommige seizoensverwachtingen gaan daar wel een beetje van uit, dan wordt het – ondanks de relatief goede uitgangspositie van nu – nog spannend. Het laagterecord aan ijsbedekking in het noordpoolgebied na de zomer staat nog altijd op naam van het jaar 2012.
Verder lezen:
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller