Wanneer Nederland te maken heeft met extreme droogte, zoals in de zomer van 2018, wordt vaak ook het jaar 1976 aangehaald. Maar wat gebeurde er eigenlijk in dat jaar?
Voor mij is 1976 bijzonder omdat ik toen, op achtjarige leeftijd, een levenslange interesse in het weer ontwikkelde, wat later leidde tot mijn carrière als meteoroloog. De gebeurtenissen die dat jaar markeerden waren een zware storm op 2 en 3 januari, sneeuw en vorst van 26 januari tot 7 februari, en een extreem droge zomer met indrukwekkende bosbranden op de Veluwe.
De zware storm van 2 en 3 januari
Kort na de jaarwisseling liet het weer in 1976 voor het eerst van zich horen. Een lagedrukgebied ontwikkelde zich bij de Azoren, trok snel over de oceaan, en bereikte op vrijdagavond 2 januari de Noordzee. In de middag nam de wind snel toe en 's avonds begon het te stormen. Rond 22:45 uur gaf het KNMI de legendarische scheepvaartwaarschuwing 'alle districten, west tot noordwest 12' uit. Het werd een spookachtige nacht.
Als kinderen verbleven we bij onze grootouders in Nunspeet. De storm was zo hevig dat we niet konden slapen. Onze oma vertelde verhaaltjes bij het zachte schijnsel van de slaapkamerlamp. Een imposante windstoot brak een grote tak van de boom in de tuin af, die over het huis werd getild en aan de andere kant op de grond viel. Mijn oma zag het gevaar, maar vertelde ons niets en ging rustig verder met haar verhalen.
De volgende dag zagen we de schade. Voor ons, kleine kinderen, maakte dit een verpletterende indruk. In Nederland vielen twee doden, en in omliggende landen waren er veel meer slachtoffers. De storm hield ook overdag nog aan en werd pas in de avond rustiger. Die dag las ik mijn eerste weerbericht in de krant, geschreven door Hans de Jong in Trouw, en mijn aandacht was getrokken.
Poedersneeuw
Vanaf dat moment las ik dagelijks het weerbericht. Rond 26 januari begon een vorstperiode, voorafgegaan door sneeuw. Het was een klassieke vorstinval, vergelijkbaar met die van februari 2021. In Garderen, waar we woonden, viel 15 centimeter sneeuw bij temperaturen onder het vriespunt. De poedersneeuw zag er 's ochtends blauwachtig uit, wat ik prachtig vond. De vorst hield bijna twee weken aan, en uiteindelijk gingen we schaatsen.
Op de weerkaarten was te zien hoe hogedrukgebieden steeds meer invloed kregen. Begin maart zorgde dit voor vorst, en de maand als geheel was koud. Daarna werd het steeds droger. April werd de droogste aprilmaand ooit door de invloed van hogedrukgebieden. Begin mei werd in Zuid-Nederland de vroegste regionale hittegolf ooit gemeten.
Van de zomer herinner ik me zonneschijn, hoge temperaturen en een steeds bruiner wordend grasveld achter ons huis. Alle drie de zomermaanden kenden lange perioden van zomerweer. Een officiële hittegolf vond plaats van 23 juni tot 9 juli, de op een na langste hittegolf ooit gemeten in De Bilt, met bovendien de grootste warmteproductie en in totaal 10 tropische dagen.
Grote bosbrand bij Garderen
De droogte eiste steeds meer zijn tol. We zwommen in het Uddelermeer, ongeveer 5 kilometer van Garderen. De Veluwe werd opgeschrikt door enkele hevige natuurbranden, waarvan ik me die in de buurt van Stroe het beste herinner. De rookwolken waren in ons dorp goed zichtbaar, en we waren bang dat de vlammen onze kant op zouden komen. Dankzij de massale inzet van brandweer en vrijwilligers gebeurde dit gelukkig niet, maar het bleef imposant.
Bruin gras, lage waterstanden in de rivieren, blauwe luchten en een hete zon achtervolgden ons zelfs naar Engeland, waar we met het gezin op vakantie gingen. In het bungalowpark in Seaton aan de zuidkust zagen we, in mijn herinnering, geen wolkje aan de lucht. We lagen dagelijks aan het strand en maakten tripjes door een droog landschap met bruin gras en dorre bomen. Het water was op rantsoen en mensen haalden drinkwater bij tankwagens. De Thames stond ongekend laag en de grote rivieren in Europa hadden hetzelfde probleem.
Extreem weerjaar
Het droge weer hield aan tot eind augustus, waarna voldoende regen viel om het neerslagtekort niet verder te laten oplopen. Op 1 oktober eindigden we met een landelijk neerslagtekort van rond 340 millimeter, een stand die sindsdien als maatstaf geldt voor droogte. In de herfst en de eerste wintermaand gebeurde verder niet veel, hoewel december vrij koud was.
1976 was een bijzonder weerjaar. Hoewel het zich in een andere tijd afspeelde, kan de zomer van toen zich nog steeds meten met de warmste zomers van nu. De droogte van dat jaar heeft nog steeds geen gelijke gevonden, zelfs niet in ons huidige klimaat.
Verder lezen:
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller