Hoe kon het in Spanje zo dramatisch fout gaan?

Foto boven: Schade na de watervloed in Catarroja - Manuel Pérez García en Estefania Monerri Mínguez

Duizenden vrijwilligers hebben zich in de Spaanse stad Valencia gemeld om mee te helpen bij de opruimwerkzaamheden in de gebieden aan de zuidkant van de stad, die deze week door een overstromingsramp getroffen zijn. Ondertussen vraagt iedereen zich af hoe het zo fout heeft kunnen gaan? Het antwoord op dit vraag is complex.

In het zuidoosten en oosten van Spanje zijn ze wel wat gewend, als het om najaarsregens gaat. De geschiedenisboeken staan er vol met sprekende voorbeelden vanuit het verleden. Daar is van geleerd, er zijn veel maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Bij Valencia is zelfs een hele rivier omgelegd. En toch liep het deze week opnieuw helemaal mis. Voor wat er is gebeurd, moeten we niet alleen naar het weer, maar ook naar ontwikkelingen in de infrastructuur kijken. In dit verhaal proberen alles stap voor stap op een rijtje te zetten.

Schade na de watervloed in Catarroja - Manuel Pérez García en Estefania Monerri Mínguez
Schade na de watervloed in Catarroja - Manuel Pérez García en Estefania Monerri Mínguez

De DANA

Het noodweer in Spanje werd veroorzaakt door een lagedrukgebied, dat zich van de circulatie boven noordelijkere delen van Europa had afgesplitst. Het lag, geïsoleerd van de straalstroom, afgesnoerd boven en later ten zuiden van het Iberisch Schiereiland. Op grotere hoogte was het met koude lucht gevuld. Op weerkaarten zag je die bel terug als een rondtollend, cirkelvormig systeem. De koudste lucht bevond zich in de kern, veel warmere lucht er omheen.

Door de grote temperatuurverschillen tussen de lucht in en buiten de depressie, waaide er op alle niveaus (ook aan het aardoppervlak) een zeer sterke wind omheen. Doordat het in de Sahara dit jaar extreem warm is (er ligt al maandenlang een hittekoepel of heatdome), was vooral de lucht die door het zuidelijke deel van de stroming rond het lagedrukgebied werd aangevoerd extra warm. Dit was het deel waar de Saharalucht via de Middellandse Zee in een bocht naar het oosten van Spanje werd gevoerd en bij Valencia (met Saharazand) aan land kwam. Op die plaats kwam het ook tot de meest extreme stijgbewegingen die de vorming van de buien in gang zetten.

Het vocht in de lucht

Om het tot zware buien te laten komen, heb je ook vocht in de lucht nodig. Met de warme Middellandse Zee dichtbij, is daar in Spanje geen gebrek aan. Een nauwkeurigere analyse van de stroming rond de koudeput (zo heet een DANA in het Nederlands) heeft laten zien dat het lagedrukgebied óók vocht van de (eveneens warme) Atlantische Oceaan aantrok, via onder meer de Benelux (bij ons was de afgelopen tijd bijzonder vochtige lucht aanwezig).

Aan de zuidflank bleek de DANA bovendien contact te maken met de subtropische straalstroom, die over Noord-Afrika naar het oostnoordoosten stroomt. Eerder in de zomer is al zeer vochtige lucht, afkomstig van de tropische delen van de Atlantische Oceaan, grote delen van Noord-Afrika (inclusief de Sahara) binnengestroomd. Het lijkt erop dat de verbinding met dat vocht ook nu gewerkt heeft. De DANA lijkt met name in de onderste helft van zijn circulatie veel van dit vocht te hebben binnengezogen. Meer dan anders was er dus vocht beschikbaar.

Wat gebeurde er uiteindelijk?

Klassiek bij een koudeput boven het Iberisch schiereiland is dat zich aan de kust grote onweerscomplexen vormen, die enorm veel bewolking over het binnenland sturen, maar hun regen voornamelijk in de kustgebieden laten vallen. Onder de wolkenkap kan het ook in het binnenland wel regenen, maar komt het niet tot stortregens. Zo’n systeem wordt wel een MCS genoemd, een Mesoscale Convective System. Dat komt in Nederland ook voor.

In dit geval ging het anders. De vorming van de buien begon weliswaar aan zee, maar vervolgens trokken ze diep het binnenland in en ontwikkelden zich daarbij in de heuvels nog verder. Op deze manier kwam het landinwaarts, op plaatsen waar ze dat nog nooit eerder hadden meegemaakt, tot regenintensiteiten die voor de gebieden ongekend waren. Dit gebeurde niet alleen in het achterland van Valencia, maar ook bij Albacete, Almeria en Malaga. Al het water dat hierbij in het binnenland viel, stroomde daarna terug naar de kust. En het zijn vooral die stromen geweest, die uiteindelijk de ramp hebben veroorzaakt. Ook op plekken waar het helemaal niet regende.

Waardoor kon het water zo slecht wegstromen?

Spanje is in de basis een droog land. Op allerlei plaatsen in het land zijn weliswaar rivier- of beekbeddingen aanwezig, maar die staan meestal droog. Vaak hebben ze een naam en worden slecht of helemaal niet onderhouden. Er groeit van alles in, er wordt afval in gestort en – naarmate de droge tijd vordert – neemt het aantal gebruiksdoeleinden toe. Soms zijn er wegen in aangelegd of zijn delen ervan in parkeerplaatsen omgetoverd.

Op het moment dat het water wel komt, weet iedereen weer waar ze liggen. Alleen is de capaciteit ervan dan vaak niet meer afdoende. Het water komt op zijn weg omlaag zoveel obstakels tegen dat de watergangen binnen de kortste keren buiten hun bedding treden, met alle gevolgen van dien. Grote overlast tijdens dergelijke overstromingen is vrijwel onmiddellijk een feit.

De Barranco del Poyo

In Valencia en omgeving zijn ze meer dan bekend met deze gang van zaken. Na vorige overstromingen is dan ook veel geïnvesteerd in het nemen van maatregelen, om herhaling te voorkomen. Eén van de boosdoeners deze keer was de Barranco del Poyo, zo’n watergang die eigenlijk altijd droog staat, maar tijdens noodweer van levensbelang is voor de afvoer van het water. Hij was zo geconstrueerd dat hij eigenlijk niet meer kon overstromen.

Dat het toch mis ging, had met twee (zo het leek onbetekenende) ingrepen te maken. Zo was de loop ervan in één van de stadjes bijna aan het einde door een soort betonnen bak geleid, in plaats van door het ‘natuurlijke’ bed. Het gevolg ervan was dat er niet meer 2300 kubieke meter per seconde doorheen kon, waarop de stroom was berekend, maar nog slechts 1800 kubieke meter per seconde. Het risico bestond zo dat dit punt als een stuw zou gaan fungeren.

Een andere ingreep was dat op de plaats waar de stroom in zee uitmondde een snelweg werd gebouwd. Ook die fungeerde als een obstakel voor het water, op het moment dat dit de zee bereikte. Beide plekken zouden een fatale invloed op de uiteindelijke afloop hebben.

Hoe ontvouwde de ramp zich uiteindelijk?

Die fatale dag was dinsdag 29 oktober. Vroeg in de ochtend al ontstonden de eerste onweersbuien, die dit keer dus niet alleen aan de kust huishielden. Ze trokken diep het binnenland in en brachten daar zo mogelijk nog meer regen. Het plaatsje Chiva kreeg in 3 uur tijd 343 millimeter in de regenmeters, over de gehele dag werd 491 millimeter opgevangen. Andere plaatsen kwamen tot 631 millimeter en (niet geverifieerd) 783 millimeter.

De Barranco del Poyo vulde zich razendsnel met water en kwam hoog boven alle andere, eerder voor mogelijk gehouden afvoeren uit. Daarbij was het verschil tussen een droge en een overstroomde bedding vaak niet meer dan een minuut. De twee eerder genoemde knelpunten stuwden het aanstormende water hoog op. Het verliet de bedding en stroomde voor een groot deel door het land omlaag. De dorpen stroomafwaarts werden er totaal door verrast.

Mensen zochten hun auto’s op

Het dramatische van de gebeurtenissen van de afgelopen week is dat meer dan 60 procent van de ruim 200 slachtoffers aan auto’s is gerelateerd. Veel mensen zochten, toen ze het water zagen naderen, hun auto op om te vluchten. Terwijl ze wegreden, steeg het water zo snel dat ze eigenlijk geen schijn van kans hadden. Ze werden door het water meegesleurd en zijn vaak in hun auto verdronken. Bij latere stortbuien werd dan ook steevast gewaarschuwd om onder geen beding meer de weg op te gaan. De beelden spraken voor zich. Duizenden auto’s zijn uiteindelijk meegevoerd door het water, op hopen gegooid, op hun kant of ondersteboven.

De kracht, waarmee het water vanuit de heuvels naar de kust omlaag kwam, was extreem. Op plekken waar de watergolf voorbij was gekomen, leek het wel of er een tsunami was gepasseerd. Het zal nog maanden duren voordat alle schade is opgeruimd. Al wordt er meteen wel aangepakt.

En nu?

Spanje is in shock. Dat bleek de afgelopen dagen en ook vanochtend toen zich lange rijen mensen in Valencia verzamelden om in de getroffen gebieden mee te helpen. Ook is een heftige discussie over de schuldvraag ontstaan, waarbij ook de meteorologen van de Spaanse weerdienst AEMET niet worden gespaard. Ze zouden te laat hebben gewaarschuwd.

De discussie over het waterbeheer zal, net als die andere keren dat het fout ging, opnieuw worden gevoerd, waarbij allerhande maatregelen zullen worden voorgesteld. De praktijk is dat van de uitvoering hiervan weinig zal terechtkomen. Niet alleen doordat de economische middelen hiervoor ontbreken, maar ook omdat de betroffen watergangen hierna weer lange tijd leeg zullen staan. Om zo ook weer langzaam uit het collectieve bewustzijn te verdwijnen.

Mis ook deze verhalen niet:

Volg ons ook op facebook en X!

Jouw foto op Weerverteller.nl?

Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller