Nederlandse schaatscultuur door slappe winters onder druk
Reinout van den BornNederland en schaatsen – een combinatie die al eeuwenlang een bijzondere plaats inneemt in de geschiedenis en cultuur van ons land. Maar die combinatie staat onder druk. Steeds meer mensen hebben in hun leven geen echte winter meer meegemaakt.
Het is een beeld dat velen zich voor de geest kunnen halen: uitgestrekte, bevroren polders waar mensen in dikke jassen, met wollen sjaals om, op houten schaatsen of Noren over het ijs glijden. Totdat de zon ondergaat en het buiten te koud wordt om nog door te gaan. Waar komt deze passie voor het schaatsen toch vandaan, en wat is de betekenis ervan voor de Nederlanders door de eeuwen heen geweest?
Het schaatsen gaat ver terug in de tijd
De oorsprong van het schaatsen in Nederland gaat ver terug in de tijd, naar een periode waarin schaatsen niet alleen een sport of recreatievorm was, maar vooral een praktische noodzaak. In de wintermaanden, als de kanalen, meren en rivieren dichtvroren, werden deze waterwegen de 'ijswegen'. Het schaatsen was daarop een essentieel vervoermiddel, vooral op het platteland, waar mensen soms lange afstanden moesten afleggen tussen dorpen en steden.
In sommige gebieden, zoals Friesland, was schaatsen de snelste manier om van het ene naar het andere dorp te reizen, vooral doordat de wegen tijdens winterperioden vaak moeilijk begaanbaar waren door sneeuw of bevroren modder. Men bond houten schaatsen onder de schoenen om snel over de ijsvlakten te kunnen bewegen – schaatsen was een manier om snel en redelijk comfortabel van de ene plaats naar de andere te komen.
Praktische waarde ging al verloren
Met de komst van een betere infrastructuur en modern vervoer raakte schaatsen zijn praktische waarde langzaamaan kwijt, maar de liefde voor de schaatssport bleef bestaan. Dit leidde in 1909 tot de start van één van de meest iconische Nederlandse tradities: de Elfstedentocht.
Deze schaatstocht, die zo’n 200 kilometer lang is en door de elf Friese steden voert, groeide door de tijd heen uit tot een nationale gebeurtenis. De tocht wordt pas gehouden als het ijs overal dik genoeg is om de duizenden deelnemers te dragen. Daarvoor is op de gehele route minimaal een ijsdikte van 15 centimeter nodig. Dat lukte in totaal vijftien keer, waarvan de laatste keer op 4 januari 1997. De Elfstedentocht is diepgeworteld in de Nederlandse ziel. Het moment dat de tocht er mogelijk aankomt, leidt steevast tot Elfstedenkoorts. Na de aankondiging komen schaatsers uit alle hoeken van het land naar Friesland om mee te kunnen doen.
Droom Elfstedentocht is vervlogen
Maar terwijl het verlangen naar een Elfstedentocht nog altijd bestaat, zijn de winters in Nederland zoveel warmer geworden dat de droom niet meer bewaarheid kan worden. De afgelopen decennia zijn de temperaturen gestegen, en langdurige vorstperiodes, noodzakelijk om natuurijs van goede kwaliteit te krijgen, worden steeds zeldzamer.
Winters zoals die van 1963, waarin de Elfstedentocht roemrucht werd vanwege de extreme kou en waar de grote legende werd geboren, lijken onbereikbaar ver weg. Ook de toertochten op meren en vaarten door het hele land, die vroeger elke winter werden georganiseerd, zijn steeds minder vaak mogelijk. Waar vroeger hele gezinnen en dorpen dagenlang de schaatsen uit het vet haalden zodra het ijs dik genoeg was, moeten veel Nederlanders nu uitwijken naar de kunstijsbanen om het schaatsen nog te kunnen beleven.
Een stukje van de schaatscultuur gaat verloren
Dit heeft een negatieve uitwerking op de Nederlandse schaatscultuur. Hoewel de kunstijsbanen en indoor schaatsfaciliteiten populair blijven, gaat toch iets verloren nu het schaatsen op natuurijs steeds minder vaak voorkomt. De eerste generaties Nederlanders groeien op zonder de ervaring van het schaatsen op bevroren sloten en meren. En de kans dat zij ooit een Elfstedentocht kunnen meemaken, lijkt verkeken. Dat is toch erg jammer.
Het weer in Nederland speelt een cruciale rol bij het in stand houden van de schaatscultuur. Hoewel er altijd een sprankje hoop blijft op die ene strenge winter, is het duidelijk dat de schaatscultuur lijdt onder de klimaatverandering. De vorstperiodes zijn korter en minder intens, waardoor natuurijs niet meer de tijd krijgt dik genoeg te worden voor grote schaatstochten. Terwijl de verhalen van vroegere tochten doorverteld blijven worden, is het nog maar de vraag of toekomstige generaties deze tradities zelf nog zullen kunnen beleven.
Toch zit schaatsen nog steeds in onze identiteit
Toch is de schaatscultuur nog steeds een belangrijk onderdeel van de Nederlandse identiteit. De lange geschiedenis van het schaatsen, die ooit begon als een praktische manier om je door het winterse landschap te verplaatsen, leeft voort in sport en nostalgie. Terwijl de natuurijsperioden zeldzamer worden, blijft de droom van de Elfstedentocht en de bijbehorende schaatskoorts bij velen leven, als een symbool van het winterse Nederland dat er ooit eens was.
Mis ook deze verhalen niet:
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller