‘Het zou toch droog blijven..?’

Foto boven: Het Openluchtmuseum in Arnhem toen er tijdens de winteropenstelling nog een ijsbaan was - Henk Monster

‘Het zou toch droog blijven?’, klinkt het van onder een paraplu, terwijl de regen erop neerklettert. Het is de meest gemaakte grap in Nederland, zeker de laatste jaren. Elke keer doet ie me weer pijn in mijn oren, want de regen was wel verwacht.

Advertentie

‘Het is waterkoud’, klinkt het van een stukje verderop het pad. Ja, dat! Het is inderdaad waterkoud. Hier praat iemand die wel goed naar de weersverwachting heeft geluisterd. Het woord is er de laatste dagen vaak in voorgekomen en beschrijft het gevoel goed.

Het Openluchtmuseum in Arnhem toen er tijdens de winteropenstelling nog een ijsbaan was - Henk Monster
Het Openluchtmuseum in Arnhem toen er tijdens de winteropenstelling nog een ijsbaan was - Henk Monster

Waterkoud

Water en koud. De combinatie van de wind, de regen en een vochtige lucht maakt dat er een huivering door je lijft gaat, als die wind even aantrekt. Het gesuis van de wind door de hoge, oude bomen is duidelijk hoorbaar. Met het geruis van de regen er overheen.

We lopen door het Openluchtmuseum in Arnhem, met als doel de doorzonwoningen die er onlangs zijn geopend. Ondanks het grijze weer is het nog behoorlijk druk. Parkeerwachters zijn op het uitgestrekte parkeerterrein voor de ingang nodig om de auto’s naar de juiste plaats te dirigeren. Het duurt niet lang of ook wij hebben een plekje gevonden.

Zon is er echt niet

Door de hal, vooraan gaan we snel naar buiten, het park in. Eerst lopen we een nostalgische kermis op, met draaimolens, botsauto’s, een ballenkraam, oliebollen en meer van die zaken die op een typisch Nederlandse kermis thuishoren. Het is er gezellig. Uit de luidsprekers schalt een nummer van ‘KC and the Sunshine Band’. Het zijn warme tonen, maar ze kunnen niet verhullen dat er op dit terrein toch echt geen zon is. Alleen maar wolken…

Midden op de kermis staat een kraam, waar vandaan je aan een ‘Elfstedentocht’ door het Openluchtmuseum kunt beginnen. Net als de doorzonwoningen is ook de Elfstedentocht in het museum terechtgekomen. Die komt er ook niet meer, daarvoor is ons klimaat inmiddels veel te ver opgewarmd. Ook de ijsbaan, die tijdens de winteropenstelling van het Openluchtmuseums jarenlang was, is er niet meer. In het nieuwe klimaat is het openhouden ervan niet te betalen. En schaatsen op van die kunststofplaten haalt het toch niet bij het echte ijs.

Als er sneeuw ligt…

Een weemoedig gevoel maakt zich van me meester. ‘We moeten hier een keer gaan kijken als er sneeuw ligt’, vertrouw ik mijn vriendin toe. Om er tegelijk bij te bedenken dat ik eigenlijk niet weet wanneer dit dan zou moeten gebeuren, want ook sneeuw wordt steeds zeldzamer. Verspreid over het museum staan ‘winterstukjes’ die dit nog eens pijnlijk duidelijk maken. Ze zijn een beetje wit gemaakt met een goedje dat aan sneeuw moet doen denken. Maar ook hier geldt: geef mij het echte spul maar. De echte sneeuw die we in Nederland zo hard missen.

Dan moet het maar van de gezellige lampjes en van de rookwolk komen, afkomstig van een vuur dat ergens brandt. We zien de rook ervan wel, maar kunnen niet helemaal thuisbrengen waar die rook vandaan komt. We lopen verder, op weg naar de doorzonwoningen, waarvan we niet weten waar ze staan. We komen ze wel tegen, denken we. We passeren de gele standerdmolen, afkomstig uit Huizen. De betovergrootvader van mijn vader, Willem van den Born stond er ooit als molenaar op en heeft in één van de balken zijn initialen achtergelaten.

De rieten stoel

We steken het groene veld na de molen over en gaan aan de achterkant van het terrein een flink stuk omhoog, passeren de trambaan en komen bij de woningen uit de jaren vijftig, zestig en zeventig uit. Geweldig, dat huisje uit de jaren zeventig. Met de schrootjes, de oranje kleuren en de rieten stoel in de kamer. Die rieten stoel, waar ik als klein kind ook zo vaak in zat.

Geen doorzonwoningen hier. Daarvoor moeten we verder. Om de stroom een beetje te mijden, pakken we een zandweg waar niemand is. Door het bos komen we precies uit waar we willen zijn. Bij de doorzonwoningen. Het is erg grappig om ze nu in het museum te zien, omdat ze overal nog staan en bewoond worden. En er zo herkenbaar uitzien. Straks zie je ze van de jaren 50, 60 en 70, via de jaren 80, 90 en nul, zo door tot de tijd van nu. Op dit moment is het nog niet zover, omdat de expositie in de huizen nu echt op de doorzonwoning zelf is gericht.

Het is er behaaglijk warm

Het is behaaglijk warm in de doorzonwoningen van toen. Dat is ook een levendige herinnering, omdat dit in de huizen van nu door de hoge gasprijzen lang niet altijd meer het geval is. Na alles bekeken te hebben, gaan we verder naar het deel waar we vakantiehuisjes en caravans kunnen bewonderen. Ook alweer zo herkenbaar. Het is een wandeling vol nostalgie.

Ik heb zin in poffertjes. We besluiten naar de replica van Marken te lopen, waar een poffertjesrestaurant zit. Doordat het regent en waterkoud is, staan de mensen er in de rij om naar binnen te komen. Die rij slaan we toch maar over. Ook de nostalgische kermis biedt geen uitkomst, zelfs het museumrestaurant zit vol. Dan toch maar weer terug naar de auto. Waarom is het hier in de regen zo druk, vragen we ons af? We houden ervan naar onszelf te kijken.

Mis ook deze verhalen niet:

Volg ons ook op facebook en X!

Jouw foto op Weerverteller.nl?

Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller