Monsters nemen om duinpannen nog beter in kaart te brengen

Foto boven: Locatie Bergen Diep met kalkrijke grond. Er staan geen heidestruiken - Pieter Bliek

Vrieskoujager Pieter Bliek, natuuronderzoeker Harrie van der Hagen en chemisch analist Andy Onderstal van milieulaboratorium Eurofins-Omegam trokken vrijdag 2 augustus de duinen in om er bodemmonsters te nemen. De monstername maakte onderdeel uit van een multidisciplinair onderzoek naar de effecten van het temperatuurverloop op de vegetatie in en om duinpannen. De bodemmonsters worden, ter sponsoring van het project geanalyseerd op voedingsstoffen, zoals fosfaten en nitraten.

In het voorjaar van 2021 startten vrieskoujagers Pieter Bliek uit Alkmaar en Vlaming Karel Holvoet een grootschalig onderzoek naar het temperatuurverloop in duinpannen aan de Nederlandse en Belgische kust. Doel van het onderzoek is het temperatuurverloop in de duinpannen in kaart te brengen en te achterhalen waarom de ene duinpan kouder wordt dan de andere.

Locatie Bergen Diep met kalkrijke grond. Er staan geen heidestruiken - Pieter Bliek
Locatie Bergen Diep met kalkrijke grond. Er staan geen heidestruiken - Pieter Bliek

Geomorfologische eigenschappen

‘Vooral de geomorfologische eigenschappen van het gebied, dus de vormen van het landschap, zoals diepte, doorsnede, luchtinhoud en bodemgesteldheid van de pannen, bepalen hoe snel een duinpan afkoelt en hoe koud het erin wordt’, legt Pieter uit.

Duinpannen in duingebieden kunnen bij helder en windstil weer ruim 10 graden kouder worden dan het landelijke gebied er omheen. ‘Dat komt doordat koude lucht naar het laagste punt zakt en in de duinpannen bij windstil weer veel verder afkoelt dan daarbuiten’, verklaart de vrieskoujager. ‘Uit ons onderzoek blijkt dat kleine ronde duinpannen met een vegetatielaag het koudste worden.’

Niet alleen koude lucht, maar ook het water zakt in de bodem naar het laagste punt. Met de hierin opgeloste voedingsstoffen. Naast het onderzoek naar het temperatuurverloop in de duinpannen, wordt onderzoek gedaan naar de effecten van het temperatuurverloop op de vegetatie in en om de duinpannen. En hierbij worden ook de effecten van het vochtgehalte en het gehalte aan voedingsstoffen van de bodem betrokken.

Locatie Bol-2 met klakarme grond. Hier zijn wel heidestruiken te zien - Pieter Bliek
Locatie Bol-2 met klakarme grond. Hier zijn wel heidestruiken te zien - Pieter Bliek

Vegetatie

‘We hopen zo te kunnen achterhalen hoe het temperatuurverloop, in combinatie met het vochtgehalte en het gehalte aan voedingsstoffen van de bodem, de vegetatie in en om de duinpannen beïnvloedt’, zegt Pieter. ‘In duinpannen is het onder rustige weersomstandigheden in de nacht geregeld een stuk kouder dan daarbuiten. Overdag kan het in de pannen bij zonnig weer in de zomer juist bloedheet worden. Dat heeft gevolgen voor de vegetatie.’

Om die gevolgen in kaart te brengen heeft Pieter de hulp ingeroepen van natuuronderzoeker Harrie van der Hagen. Harrie heeft alle planten in en om een select aantal duinpannen in kaart gebracht. De vrieskoujager: ‘Aan de hand van die vegetatiekaarten kunnen we zien welke planten, en ook hoeveel er van die soorten, in en om de duinpannen groeien. We kunnen dan een vergelijking maken.’

Het is dan nog steeds niet mogelijk om met zekerheid zeggen of de gevonden afwijkingen alleen door de optredende temperatuurverschillen in en om de duinpannen worden veroorzaakt. Om dat uit te vinden, moet je ook de variatie in vochthuishouding en voedingsstoffen meenemen.

Harrie en Andy tijdens de monstername - Pieter Bliek
Harrie en Andy tijdens de monstername - Pieter Bliek

Digitale vochtmeter

Voor het meten van het vochtgehalte van de bodem wordt gebruik gemaakt van een digitale vochtmeter. Andere parameters, zoals de zuurgraad en het kalkgehalte van de grond (die eveneens invloed op de vegetatie hebben), zijn vorig jaar al geanalyseerd.

De duinpannen waar het onderzoek wordt gedaan, liggen toevallig in het grensgebied van kalkarme zandgrond ten noorden van Bergen en kalkrijke zandgrond ten zuiden van deze kustplaats. Het kalkarme zand is hier tijdens de laatste ijstijden afgezet. Een duidelijk verschil in vegetatie tussen kalkrijke en kalkarme zandgronden is de aan- of afwezigheid van heidestruiken. Zo komt heide in en om de kalkarme duinpannen van Bergen, Schoorl en Camperduin veelvuldig voor, terwijl deze in de zuidelijker gelegen en kalkrijke duinpannen geheel ontbreekt.

Om alle parameters met elkaar te kunnen vergelijken, hebben natuuronderzoeker Harrie van der Hagen, vrieskoujager Pieter Bliek en chemisch analist Andy Onderstal van milieulaboratorium Eurofins-Omegam op 2 augustus bodemmonsters genomen.

‘Voor het onderzoek hebben we vijf duinpannen geselecteerd. De duinpannen van Castricum aan Zee en Wimmenum bij Egmond aan den Hoef zijn kalkrijk en de duinpannen van de locaties Bergen Diep, Bol 2 en Camperduin zijn kalkarm’, zegt Pieter.

Pieter (links) geeft de 10 bodemmonsters af bij Eurofins-Omegam - Pieter Bliek
Pieter (links) geeft de 10 bodemmonsters af bij Eurofins-Omegam - Pieter Bliek

Secuur werkje

Het nemen van de bodemmonsters is een secuur werkje. Van belang is dat de monsters op de juiste diepte worden genomen, waar de wortels van de planten de voedingstoffen opnemen. Andy had glazen monsterpotten meegenomen en gaf aanwijzingen hoe de bodemmonsters het beste genomen konden worden. ‘In totaal hebben we 10 monsters genomen. Vijf op het laagste punt in de duinpannen, en vijf monsters hogerop, buiten de duinpannen.’ De potten staan momenteel in Pieters koelkast. ‘Morgen breng ik ze ter analyse op fosfaten en nitraten naar Eurofins-Omegam.’

Voor informatie: https://www.eurofins.nl/nl/

Verder lezen:

Volg ons ook op facebook en X!

Jouw foto op Weerverteller.nl?

Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller