Eerst wellicht een vorstnacht, daarna nog een zomerse dag?

Foto boven: De herfst wordt steeds beter zichtbaar - Chris Meewis

Het wordt de komende dagen even flink warmer in Nederland, maar vandaag en morgen zijn de temperaturen nog relatief laag. In de nacht naar dinsdag is tijdens opklaringen in het noorden zelfs de eerste vorst van het nieuwe seizoen mogelijk. En in de dagen daarna zou het in het zuiden zomaar nog zomers warm kunnen worden.

Advertentie

Het weer gisteravond en de afgelopen nacht stond in het teken van de passage van een buienstoring, die vooral in de noordelijke provincies behoorlijk actief was. Niet alleen viel daar op veel plaatsen in korte tijd tussen 10 en 15 millimeter regen, ook haalde de wind er flink uit. Aan zee kwam op diverse plaatselijk een windkracht 8 te staan, ook waren er zware windstoten die plaatselijk dichtbij 90 kilometer per uur kwamen. IJmuiden registreerde uiteindelijk 89 kilometer per uur, ook veel kustplaatsen tekenden zware windstoten aan. Verder werden tijdens actieve buien ook onweer en kleine hagel gemeld. In het zuiden was het rustiger.

De herfst wordt steeds beter zichtbaar - Chris Meewis

Vanuit het zuidwesten rustiger

Vandaag vallen vooral in de noordelijke helft van het land eerst nog een paar buien. Verder waait aan de Noord-Hollandse en aan de Waddenkust eerst nog een harde noordwestelijke wind. In het zuidwesten is het al rustiger en dat rustigere weer breidt zich in de loop van de dag naar het noordoosten uit. Daarbij neemt het aantal buien af en laat de zon zich vaker zien. Het wordt bij dit alles niet warmer dan ongeveer 12 of 13 graden.

Vanavond en de komende nacht is het droog. Er zijn opklaringen, maar er drijven ook velden met hoge bewolking over. In het noorden kan het tijdens opklaringen nog plaatselijk tot een graad of 3 afkoelen, op andere plaatsen is het minder koud. De wind valt vrijwel weg.

Morgen een storing over het zuiden

Morgen trekt een storing over het zuiden van het land en België naar het oosten. Vergeleken met eerdere berekeningen ziet dit systeem er nu minder actief uit. Na een ochtend met eerst nog een beetje zon, neemt de bewolking in de middag toe. Vooral in het zuiden kan dan een beetje regen vallen, maar grote hoeveelheden worden niet verwacht. In de noordelijke provincies lijkt het op een heel lokale bui na op de meeste plaatsen ook droog te blijven. Er steekt een zwakke tot matige oostelijke wind op en de temperaturen komen op 12 of 13 graden uit. Als de wolken in het zuiden de overhand hebben, wordt het daar niet warmer dan rond 10 graden.

In de nacht naar dinsdag worden met name in het noorden en midden van het land brede opklaringen verwacht. Doordat er dan maar weinig wind is, kan het in de van oorsprong nog steeds koude lucht flink afkoelen. Het is dan ook niet ondenkbaar dat we, na al een aantal eerdere en mislukte pogingen, alsnog tot de eerste vorst van het nieuwe seizoen komen. En dan hebben we het over vorst op een hoogte van anderhalve meter op een KNMI-station.

Vanaf dinsdag warmer

Dinsdag steekt in Nederland een oostelijke tot zuidoostelijke wind op die geleidelijk warmere lucht aanvoert. Met temperaturen tussen 12 of 13 graden in het noorden en 17 graden, lokaal in het zuiden van het land zetten we meteen al een flinke stap. Daarbij schijnt de zon, al gebeurt dat wel vaak door hoge sluierwolken heen en dus geregeld ook wat flets. Het blijft droog en de oostelijke tot zuidoostelijke wind trekt in de loop van de dag tot matig aan.

Woensdag lijkt de warmste dag van de week te worden. Beginnen we in de ochtend nog met bewolking, als het restant van een warmtefront naar het noorden wegtrekt, in de loop van de dag breekt de zon weer door en wordt door een zuidelijke wind erg warme lucht aangevoerd. In de noordelijke helft worden in loop van de dag temperaturen tussen 17 en 20 graden verwacht, in het zuiden kan het kwik tot 23 of 24 graden, lokaal mogelijk 25 graden oplopen.

Het zou een late zomerse dag zijn

Als die 25 graden zou lukken, dan zou dat een bijzonder late zomerse dag opleveren. De laatste zomerse dag ooit staat overigens op naam van Maastricht. Daar werd het op 27 oktober 1937 ooit nog een keer 25,2 graden. Zo ver in de maand zijn we nu natuurlijk nog niet.

Vanaf donderdag lijkt het iets wisselvalliger te worden en gaan de temperaturen een tikkeltje omlaag. Toch moet het ook in de periode daarna zacht blijven. Hogedrukgebieden voelen zich ook dan thuis boven het Europese continent terwijl lagedrukgebieden het op de Oceaan helemaal naar hun zin hebben. Zuidelijke tot zuidwestelijke winden zijn er bij ons het gevolg van en die voeren toch steeds lucht aan waarin het bij ons warmer dan normaal is.