Polar low trok donderdagavond 21 november Nederland in
Reinout van den BornWie vorige week de weerssituatie tijdens de eerste uitbraak van echt koude lucht een beetje heeft gevolgd, kwam een aantal bijzondere dingen tegen. Zo lijken we in de nacht naar 22 november met de passage van een polar low te maken te hebben gehad.
Het was me het weekje wel. Arctische lucht, helemaal afkomstig vanuit het poolgebied, stroomde met noordwestelijke winden via de warme Noordzee naar ons toe. Het zeewater had aan het begin nog een temperatuur van 11 graden aan zee en 15 graden midden op, en dan hebben we het over het deel tussen Engeland en Nederland.
Enorme verticale temperatuurverschillen
Tijdens de interactie van die koude lucht hogerop met het warme water eronder, traden enorme verticale temperatuurverschillen op, van tot wel 50 graden of nog iets meer. Het zeewater van 15 graden lag hierbij onderin, op 5000 meter erboven vroor het 37 of 38 graden.
Het zijn verticale temperatuurverschillen die de vergelijking met tropische gebieden goed doorstaan, of zelfs overtreffen. Het enige verschil is daarbij dat de lucht in de tropen veel warmer is en dus meer vocht bevat dan bij ons. En dat is van belang voor het weersverloop.
Condensatie levert warmte op
Om dat te begrijpen, is het goed om eerst nog een keer uit te leggen dat bij de vorming van wolken waterdamp condenseert. En dat tijdens die condensatie warmte vrijkomt. Het is immers het tegenovergestelde proces van het laten verdampen van water, waarbij warmte nodig is.
Bij condensatie van waterdamp in de tropen komen enorme hoeveelheden warmte vrij. Die warmte in de wolk zorgt ervoor dat de stijgbewegingen van de lucht verder opgevoerd worden. Op die manier wordt de bui nog zwaarder. En liggen er meerdere buien in een cluster, dan kan zo een orkaan ontstaan, gevoed door de inmiddels enorme hoeveelheden warmte die tijdens het proces van condensatie in het tropische systeem vrijkomen.
Doordat bij ons in november de temperaturen een stuk lager liggen en er dus minder waterdamp in de lucht kan zitten (hoe warmer de lucht, hoe meer waterdamp), speelt dat proces van latente warmte (zo wordt de warmte die bij condensatie kan vrijkomen genoemd) veel minder een rol. Maar de afgelopen week kwam het, door de grote verticale temperatuurverschillen boven de Noordzee, wel ineens naar boven. Vanwege de zware buien die ontstonden.
CISK, wat is dat?
Wie de zogenoemde ‘guidance’ van het KNMI weleens leest, de bespreking van de actuele weersituatie voor weerprofessionals die dagelijks op de site van KNMI te lezen is, komt van tijd tot tijd vermakelijk ingewikkelde termen tegen. Vorige week drong ineens het begrip CISK tot de tekst van de KNMI-meteoroloog door. Er ging een golf van verbazing door het kleine weerwereldje. Want wat was CISK nu eigenlijk? Ik wist het zelf ook niet.
Een onderzoekje leverde het volgende op. CISK staat voor Convective Instability of the Second Kind. Je hebt namelijk ook CIFK, Convective Instability of the First Kind. Het gaat om twee vormen van onstabiliteit in buienwolken. De eerste kennen we allemaal wel. Dat is de normale vorm van onstabiliteit, waarin warme lucht onderin de atmosfeer zich onder koude lucht erboven begint. De warme lucht gaat dan stijgen en er vormen zich wolken en buien.
De tweede vorm komt uit de eerste voort
De tweede vorm komt uit de eerste voort. Wordt de lucht aan de grond (in dit geval boven de warme zee) extra vochtig, dan neemt de dichtheid ervan af. En nog veel belangrijker: tijdens condensatie in de wolk komt die latente warmte vrij. Beide processen leiden ertoe dat die eerste vorm van onstabiliteit extra wordt versterkt. En precies dat gebeurde vorige week boven de Noordzee. Er ontstonden niet alleen veel, maar vooral ook forse winterse buien.
Daar waar CIFK en CISK in de tropen tot de vorming van tropische systemen kunnen leiden, is ons equivalent voor dergelijke storingen het polar low, de winterse variant van een tropische orkaan. Het ontstaat als buien in onze winter boven zee, door CIFK en CISK zo sterk worden dat ze ook om elkaar heen gaan draaien en kleine lagedrukgebiedjes vormen. Met soms ook een klein, maar fel windveld daarbij en in de buien natuurlijk zware neerslag.
Beroemd polar low
Een beroemd polar low trok op 2 januari 1979 over Nederland. Het had zelfs een oog en bracht de windmeter in Vlissingen heel even naar windkracht 12. Verder viel op veel plaatsen sneeuw in Nederland bij deels bijzonder lage temperaturen. In het gedeelte van de kleine depressie waar de harde wind van zee waaide, kwam het kwik juist korte tijd boven het vriespunt.
Ook vorige week was het boven de Noorse Zee en de Noordzee een gekrioel van storingen die probeerden tot een polar low uit te groeien. Eén ervan lukte het mogelijk. Het was de storing die donderdagavond 21 november laat het noordwesten van het land bereikte en in de nacht naar Midden-Nederland trok. Vooral op de Veluwe en in de regio Arnhem viel toen veel sneeuw, leidend tot en kortdurend verkeersinfarct tussen Arnhem en Apeldoorn, vrijdagochtend.
Bij Den Helder
Net voordat het systeem bij Den Helder aan land kwam, leek de transitie ervan naar een polar low voltooid. Het was een min of meer ronde buiencluster geworden, met ook een windveldje er omheen. En er was een zeer actief neerslaggebied met sneeuw aanwezig. Toen het Nederland introk, werd de circulatie door de interactie met het land alweer uit elkaar geslagen. Je zag de ronde vormen verdwijnen en in individuele buienlijnen uiteenvallen. Het was nog wel voldoende om Midden-Nederland vrijdag een sprookjesachtige sneeuwochtend op te leveren.
Mis ook deze verhalen niet:
Definitieve winterverwachting 2025: vroege start, volgt er meer?
Winterverwachting: biedt het huidige zonnemaximum uitzicht op een koude winter?
Winterverwachting: aanloop naar de winter is heel anders dan die van vorig jaar
Winterverwachting: de teloorgang van de Nederlandse winter uitgelegd
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller