Als je het in Nederland over de cycloon van de Achterhoek spreekt va de vorige eeuw dan weet bijna iedereen dat het over de Cycloon van Borculo gaat, van 10 augustus 1925. Maar als je 7 kilometer verderop in Neede pover dé cycloon van de vorige eeuw praat, zullen ze ongetwijfeld die van Neede eraan toevoegen.
‘Als weerman loop ik al een aantal jaren mee en heb inmiddels diverse personen gesproken over cyclonen en dan met name over de Achterhoek. En al diverse keren heb ik moeten horen dat iedereen weleens gehoord heeft over de Cycloon van Borculo, maar bijna nooit hoort men de naam Neede. Je zou haast denken dat het om de vergeten cycloon van Neede gaat’, zegt weerman Herman Dute uit Borculo op zijn weersite.
Maar op 1 juni 1027 trok wel degelijk een zware windhoos over Neede. De gevolgen waren niet veel minder dan die in Borculo op 10 augustus 1925.
Dute: ‘Ikzelf kreeg eind 2003 van Ans Prinsen in Meddo – een buurtschap bij Winterswijk – een krant van zaterdag 4 juni 1927 waarin aandacht werd geschonken aan de cycloon van Neede. De krant was nog in bijzonder goede staat, evenals de foto’s’.
Windhoos klasse 4
Op die eerste juni 1927 raasde er een windhoos van klasse 4, volgens de schaal van Fujita, over het Achterhoekse Neede. De Fujitaschaal loopt van 1 tot 5, dus was het een zeer krachtige windhoos. De windhoos verplaatste zich over een strook van Lichtenvoorde via Neede naar Tubbergen in Twente. De hoos eiste 10 doden, waarvan 3 door blikseminslag. Het positieve van deze windhoos was, in vergelijking met die van Borculo op 10 augustus 1925, dat de windhoos van Neede zich niet over de stadskern verplaatste. De richting was ook iets oostelijker dan de windhoos van Borculo. Op sommige plaatsen was wel een schadespoor zichtbaar met een breedte van 400 tot 500 meter.
Vanaf hier een reconstructie zoals die in 2017 op de site van MeteoGroup te lezen was. Na een paar relatief koele dagen aan het einde van de meimaand van 1927 was het tegen de maandwisseling van mei-juni 1927 langzaam warmer geworden. Op de fatale dag wezen de thermometers in het midden, oosten en zuiden van Nederland waarden tussen 23 en 26 graden aan. In het westen en noorden van het land kwam het kwik niet eens aan 20 graden toe. Bepaald geen situatie waarin we op noodweer moesten rekenen, zouden we ook nu denken.
Op de weerkaarten trok een lagedrukgebied vanuit Frankrijk naar het noorden. Op basis van de toen beschikbare gegevens zag het er niet heel gevaarlijk uit. Wat op dat moment minder bekend was, was echter dat het op grote hoogte in de atmosfeer wel bijzonder hard waaide. Het leek erop dat ook de meteorologische diensten dat in die dagen niet meteen door hadden.
Een bericht uit Duitsland
Toch werd in de verslaggeving over de ramp terloops een bericht uit Duitsland meegenomen, waarin werd gemeld dat een ‘Junkervliegtuig tusschen Aken en Elsten een snelheidsrecord heeft gemaakt’. Van belang, volgens de weerkundige medewerker van de Haagse krant ‘Het Vaderland’, omdat hieruit kon worden afgeleid ‘dat zeer groote windsnelheden op grooteren hoogte hebben geheerschd, een omstandigheid die ook bij de ramp van 10 augustus 1925 in Borculo een rol heeft gespeeld’.
Omdat voorafgaande aan de passage van het lagedrukgebied in Nederland een oostelijke wind waaide, weten we tegenwoordig dat er op dat moment van grote windschering sprake is geweest, een belangrijke voorwaarde bij het ontstaan van tornado’s. De eerste buien sloegen die dag in de ochtend in het midden en zuiden al toe, maar waren maar kinderspel. Het echte noodweer trok tussen half 4 en half 5 over het midden en oosten van Nederland en ontaardde in het gebied tussen Lichtenvoorde en Neede in een ramp.
Toen de eerste berichten over de ramp binnenkwamen, was de verwarring nog compleet. Ook bij journalisten die zich meteen per auto (ook toen al) naar het rampgebied spoedden. We volgen het team van Het Vaderland. ‘Wij spoedden ons naar Lichtenvoorde’, schreven zij, ‘in welke plaats het begin zich bevond van de strook, waarlangs de cycloon het hevigst had gewoed. Het bleek al spoedig echter dat deze plaats niet te bereiken was, dat de weg Lichtenvoorde door omgewaaide bomen tot Aalten versperd was’.
Groenlo onbereikbaar
Ook Groenlo bleek onbereikbaar. Even voor het dorp was een strook met een breedte van 280 meter eenvoudigweg met de grond gelijkgemaakt. Van sommige boerderijen stond niet meer dan 30 tot 50 centimeter boven de fundering nog boven de grond.
In Groenlo zelf was vrijwel de hele bevolking op de been. De wildste geruchten deden de ronde. Veel mensen wisten zeker dat het veel erger was dan twee jaar daarvoor, toen vooral Borculo werd getroffen. In Groenlo viel het overigens mee. Doordat de tornado net langs de rand van het dorp trok, werden alleen enkele boerderijen getroffen. Er waren drie doden en ettelijke gewonden. Onder de doden bevond zich een timmerman, die tijdens zijn werk door de tornado werd opgepikt. Tweehonderd meter verderop kwam hij pas weer op de grond.
‘Hoe hevig de kracht van de storm was, bleek wel daaruit, dat een dorschmachine, die bij een boerderij stond, ruim honderd meter was weggeslingerd. Overal op den weg vonden wij doode kippen en ander klein vee, dikwijls honderden meters van de in de nabijheid gelegen boerderijen vandaan’.
Vervolgens ging het naar Eibergen, maar ook dat lukte niet. Via een omweg kwamen de verslaggevers in Beltrum terecht, een gehucht van bijna 20 boerderijen, middenin de baan van de tornado. Het schadebeeld was onbeschrijflijk. Na Eibergen te hebben bereikt, dat weer net buiten de baan van de tornado bleek te liggen, werd de ploeg verslaggevers op pad gestuurd naar Neede, waar de schade enorm zou zijn en waar minstens honderden gewonden zouden zijn gevallen, zo wisten mensen te vertellen.
Behalve het spoor van Lichtenvoorde naar Neede onderscheidde het team van Het Vaderland ter plaatse ook nog vier andere gebieden waar het hevig tekeer moest zijn gegaan. Ook hier kwam naar voren dat het moeilijk navigeren was in de verwoeste zone. Nog geen kilometer voor Neede reden de verslaggevers een totaal verwoest gebied binnen. ‘Groote, zware bomen waren links en rechts over den weg gevallen, met wortel en al uit den grond gerukt of op 1 a 2 meter boven de grond afgebroken. Het was hier een ware barricade van takken en bladeren, waar geen doorkomen aan was’.
Via omwegen toch in Neede
Na via veel omwegen toch in Neede te zijn aangekomen, bleek die plaats het er – gezien de eerdere verwachtingen – nog wonderbaarlijk goed te hebben afgebracht. ‘Alleen een punt bij het station is door den cycloon getroffen. Het station heeft zeer ernstig geleden. Een grote machineloods van de firma Terweene was geheel ingestort. Op het oogenblik dat de cycloon losbarstte, was het geheele personeel, bestaande uit eenige honderden menschen, meest meisjes, die in deze textielplaats werkten, nog aanwezig. Angstig geworden door de onheilspellende lucht scheen het, dat een groot deel van het personeel naar beneden is gegaan om zich op straat te begeven. Het is ongetwijfeld een wonder, dat gezien de massa menschen welke in dit deel van het gebouw aanwezig was, niet tientallen dooden te betreuren zijn’, zo tekenen de verslaggevers aan.
Achter het station stonden enige noodwoningen, die letterlijk wegwaaiden. De verschrikte bewoners vluchtten naar buiten en een tweetal kinderen, die in hun angst het station opliepen, bemerkten niet dat een paar goederenwagons waren losgeraakt. Beide kinderen kwamen onder de wielen terecht. Het ene kind was terstond dood, zo meldt de krant. Het andere overleed kort daarna.
Tijdens hun tocht door de verwoeste zone hadden de verslaggevers ook tijd om met mensen in het gebied te praten, onder meer over hoe het noodweer zich aankondigde. Het volgende citaat maakt heel veel duidelijk: ‘In Groenlo had men in de omgeving de cycloon als het ware zien aankomen, aangekondigd door een pikzwarte lucht, waardoor men op straat vrijwel niets kon zien. Men had den indruk gekregen alsof plotseling een brand uitbrak. Alles was als het ware in een koker omhoog gezogen en gaf den indruk van een rookkolom. Men vertelde ons zelfs dat op en gegeven oogenblik in Groenlo de brandweer was uitgerukt, denkende dat er brand was uitgebroken. Zoo hevig was de kracht van den cycloon dat zelfs het water uit de Berkel een tiental meters werd opgezogen. Twee brigadiers van de Marechaussee, die op het oogenblik dat de cycloon losbarstte van Haaksbergen kwamen, hadden als het ware de bui voor zich uit zien gaan. Ze hadden den indruk gekregen dat de cycloon kwam van de Duitsche grens, zich verder slingerde langs Neede, met een bocht in de richting van Eibergen en verder naar het zuiden. Ook deze vertelden dat het verschijnsel zich voordeed als een grote trechter, waaruit een warrewinkel van takken, stof en steenen werd rondgeslingerd’.
Een tornado dus…
Een tornado dus. Een zware tornado, later herleid tot een F4-tornado. De ramp beheerste de dagen daarna het nationale nieuws. Niet alleen werden inzamelingsacties op touw gezet, met man en macht werd ook een begin gemaakt met het opruimen en het later herstellen van de schade. Ook verscheen met enige regelmaat een publicatie van het KNMI in de kranten, waarin de gebeurtenissen van de eerste juni 1927 stukje bij beetje werden gereconstrueerd.
Daarna is de ramp in Nederland geleidelijk ut het geheugen verdwenen, dit in tegenstelling tot de Cycloon van Borculo van 2 jaar eerder, waarnaar in Borculo nu nog steeds een museum verwijst. Misschien wel doordat die ramp de grote plaatsen in de regio trof, terwijl de tornado van 1927 juist tussen de grote bevolkingscentra door trok. Toch heeft het er alle schijn van dat deze laatste tornado één van de zwaarste is die Nederland in de moderne geschiedenis heeft getroffen.
Verder lezen:
Volg ons ook op facebook en X!
Jouw foto op Weerverteller.nl?
Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller