De herfst begint, een momentje voor klimaatnostalgie

Foto boven: Een prachtig begin van de herfst - Ab Donker

De astronomische herfst begint vandaag. Om 14.44 uur staat de zon precies boven de evenaar. Dag en nacht zijn min of meer even lang, overal ter wereld.

Vanaf morgen beginnen we op het noordelijk halfrond aan het winterhalfjaar. Het tijdperk met de lange nachten en de korte dagen, de periode met lage temperaturen in het hoge noorden. Het zeeijsminimum in het Noordpoolgebied is achter de rug, de zeeijsbedekking in het Noordpoolgebied groeit weer. We gaan nu heel langzaam op de winter af.

Een prachtig begin van de herfst - Ab Donker
Een prachtig begin van de herfst - Ab Donker

Kriebels in de buik

Vroeger was dit voor mij een moment van kriebels in de buik. Door mijn liefde voor winterweer ben ik ooit in de meteorologie terechtgekomen. Het begin van de astronomische herfst, het moment waarop de nachten weer langer werden dan de dagen, was een markeringspunt. De zomer was voorbij, we hadden alles weer voor de boeg. Wat zou er dit jaar gebeuren?

Storm en regen in de herfst, vanaf november de eerste winterse buien en dan in december misschien wel een eerste vorstperiode. Het liefst met sneeuw erbij. En hopelijk dan na Kerst een lange periode met winterweer. Met dik ijs, schaatsen, maar ook veel sneeuw. Dat was zo’n beetje het ideaalbeeld. En aan dat beeld werd af en toe ook best voldaan.

De vogels die hun ei legden

En als we dan toch met clichébeelden bezig zijn: de lente stond voor mij gelijk aan eerst een periode met winterse buien, noordwestelijke winden, nog af en toe een witte wereld en misschien een laatste storm. Overgaand in de meirust, met beschaafde warmte en de daarbij horende uitbundig uitlopende natuur. Het frisse groen, de vlinders, bloemetjes en bijtjes. En de vogels die hun ei legden en alle tijd kregen om hun jongen groot te brengen.

Nog zo'n mooi begin van de herfst - John Oomen
Nog zo'n mooi begin van de herfst - John Oomen

Als ik aan de zomer denk, dan zie ik altijd een autoslaaptrein voor me. Mijn ouders sleepten ons, drie jonge broers, iedere zomer in de autoslaaptrein mee naar een kampeerbestemming, steeds zuidelijker in Europa. We verlieten dan een relatief koel Nederland, op weg naar het warme en zonnige zuiden. Om, na drie weken bruingebakken te zijn, weer in Nederland terug te keren. Waar het dan vaak regende. Dat was mijn klassieke beeld van hoe de zomer ging.

Het is allemaal veranderd

Inmiddels is het allemaal veranderd. In de loop van de jaren ’80 van de vorige eeuw merkte ik al dat het in Nederland, als we vanuit Zuid-Europa terugkwamen, meestal niet meer regende. Maar dat het droog was met behoorlijk wat zon en ook vaak hoge temperaturen. De jaren ’90 markeerden het einde van de periode waarin het nog tot ‘echte winters’ kwam. Ook na de eeuwwisseling hebben we nog wel winterweer in Nederland gehad, vooral in de jaren 2009 tot en met 2013 en nog een beetje in 2018 en 2021, maar niet meer zoals toen.

Tegelijkertijd merkte je hoe steeds grotere delen van zowel de lente als de herfst bij de zomer werden getrokken. Aan mijn clichébeeld van die seizoenen werd steeds minder vaak voldaan. Meer en meer groeiden (en groeien) we in Nederland naar een klimaat waarin twee seizoenen de hoofdrol spelen: een lange zomer, gevolgd door een lange herfst. Met een korte lente en heel soms nog een klein beetje winter ertussen. De seizoenen zoals we die kenden, zijn er dus eigenlijk niet meer. Het weerbeeld wijkt ten opzichte van vroeger bijna altijd af.

Discussies over weerbeleving

Onder weerliefhebbers ontstaan vaak discussies waarin weerbeleving centraal staat. Zoals ik zelf mijn clichébeelden heb die bij elk van de seizoenen horen, en die aan de basis staan van de manier waarop ik het weer in die seizoenen beleef, zo heeft iedere weerliefhebber zijn eigen referentiekader waarbinnen zijn of haar weerbeleving een label krijgt. En daarin komen nogal wat verschillen terug. Hoe langer het weergeheugen teruggaat, hoe anders het weer van tegenwoordig vaak wordt beleefd. Dat levert niet zelden hilarische discussies op, waarin de klimaatverandering op allerlei manieren terugkomt. En mensen boos maakt.

En ook in het bos is het genieten - Ed van Pelt.
En ook in het bos is het genieten - Ed van Pelt.

Zo vond de een de vorige winter best een goede, omdat er toch drie min of meer winterse weken in zaten. De ander moest daar hard om lachen, want een winter met niet meer dan 15,8 Hellmannpunten was helemaal niks. Degenen die dit een goede winter vonden, hadden volgens hen geen idee hoe een echte winter eruitzag. Het grappige is; dat hebben ze ook niet! Domweg, doordat hun weergeheugen niet zover terug gaat. Het is inmiddels te lang geleden.

‘Och, wat zal ik dit weer missen’

Eenzelfde discussie zie je op dit moment, nu de nazomer stopt en we op een herfstachtige periode afgaan. ‘Och, wat zal ik dit weer missen’, verzuchtte gisteren iemand op weerforum Weerwoord.be in een draadje over de komende weersomslag.

Ikzelf dacht toen meteen van ‘eindelijk, dan kunnen we nu aan mijn herfst beginnen. Die zomer heeft alweer zo lang geduurd! Dat gebeurde vroeger gewoon niet. Wees toch tevreden met wat we inmiddels al hebben gehad’. Sommige anderen dachten er ook zo over en vonden het maar aanstellerij. Terwijl anderen zich er helemaal in konden vinden. De groep die aan het warme weer in ons land gehecht is geraakt, wordt steeds groter. Die warmte past perfect in hun weerbeleving. En kan hen vaak ook niet lang genoeg duren, ook in de herfst niet. Het heeft allemaal met het referentiekader te maken. Ook dat is hard aan het veranderen.

Pragmatisme wind het van klimaatnostalgie

Daar waar de één zich qua beleving perfect heeft ingesteld op het weer van tegenwoordig, of eigenlijk al niet anders meer heeft meegemaakt, speelt bij anderen nog af en toe iets van klimaatnostalgie op. Een soort verlangen naar hoe het ooit in Nederland was. Zij hebben de herinneringen nog, herinneringen die eigenlijk niet meer worden aangevuld. Maar nog altijd wel een verlangen voeden, naar nog één keer terug. Nog één keer intens genieten, en je dan overgeven aan datgene wat we allemaal wel weten. Het komt niet meer terug.

Het begin van de herfst kan nostalgische gevoelens oproepen - Chris Meewis
Het begin van de herfst kan nostalgische gevoelens oproepen - Chris Meewis

Het jammere van discussies over weerbeleving is dat ze bijna altijd uit de hand lopen. Doordat mensen zich miskend voelen. Omdat anderen niet proberen om zich in hun motieven in te leven. En dat werkt beide kanten op. En zal ook wel niet veranderen. Klimaatnostalgie en pragmatisme gaan nu eenmaal niet goed samen. Eigenlijk voedt het ene het andere. Ze zijn als water en vuur. En dat zie je in de discussies erover ook steeds weer terug. Waarbij de klimaatnostalgie na verloop van tijd zal uitdoven en het pragmatisme zal winnen. En dat is maar goed ook. Want alleen zo kunnen we een periode met de grote veranderingen van nu overleven.

Verder lezen:

Volg ons ook op facebook en X!

Jouw foto op Weerverteller.nl?

Stuur je foto naar foto@weerverteller.nl, of via X met de vermelding van @weerverteller